Dagoberto Valdés: een kritische gelovige buiten de kerk

Dagoberto Valdés behoort tot de kleine groep van katholieke leken in Cuba, die vaker dan de kerkleiders de confrontatie met het regime durft zoeken. Tot 2007 was hij hoofdredacteur van Vitral, het kritische blad van het bisdom Pinar del Rio. Toen de bisschop daar met pensioen ging, werd het voor Vitral steeds moeilijker deze geluiden te laten horen. Dissidenten vermoedden een uitruil tussen de regering en de bisschoppenconferentie: Vitral moest dicht, het regime zou de kerk op andere punten tegemoet komen. Het blad bestaat nog steeds, maar mist nu de subtiele, kritische toon die het oude Vitral kenmerkte, en die het blad onder meer in 1999 de Prins Clausprijs  opleverde. Valdés wijdt zich sindsdien aan zijn tijdschrift Convivencia / Samenleven in Harmonie en aan de website met dezelfde naam. Hij schreef in november vorig jaar over de verwachtingen en de mogelijkheden van het komende pausbezoek. Hier volgen vertaalde fragmenten uit dit artikel over de nationale verzoening, de godsdienstvrijheid en enkele niet mis te verstane citaten over de heersende angst-  en haatcultuur in de Cubaanse samenleving.

De redactie van Convivencia met Dagoberto Váldez, derde van links

Dagoberto Valdés merkt o.a. op dat ‘godsdienstvrijheid niet een privilege is voor de kerkelijke instituten, maar een recht van elke burger en elke gemeenschap van gelovigen. Dit recht koesteren is een plicht van zowel de kerkleiding als de leiders van het land. Men kan niet spreken over godsdienstvrijheid zolang één gelovige nog wordt vervolgd, gediscrimineerd, uitgesloten of onderdrukt vanwege zijn geloof en voor de gevolgen die zijn of haar geloof heeft op politiek, economisch en sociaal terrein. De doelstellingen van het Evangelie vallen niet exclusief samen met goede relaties tussen staat en kerk, maar vooral met de goede relaties tussen alle burgers en de staat.’

Convivencia besteedt ook veel aandacht aan kunst, muziek en literatuur. Bijgaande postzegel met Laura Pollán, de in oktober overleden voorvrouw van de Damas de Blanco, is gemaakt door de Cubaanse kunstenaar Rolando Pulido en in het tijdschrift afgedrukt.

Nationale verzoening
Een andere verwachting van het bezoek van de paus is dat het op langere termijn moet bijdragen aan een lang en noodzakelijk proces van verzoening. In de afgelopen 50 jaar is de confrontatie gezaaid tussen Cubanen die anders denken en doen. Men heeft hen onterecht omschreven als gusanos/wormen, huurlingen, uitverkopers van het vaderland, verraders en andere denigrerende diskwalificaties terwijl het om personen gaat die liefhebben en vreedzaam voor Cuba werken. Verklikkers en onderdrukker hebben veel fysiek en psychisch leed veroorzaakt. Het pauselijk bezoek moet een sterke spirituele en ethische motivatie vormen om een einde te maken aan het misprijzen van personen in plaats vreedzaam van mening met hen verschillen over ideëen. (….) Dit proces van verzoening omvat vier aspecten: een waarheidscommissie; juridische processen met alle garanties, geen wraak en geen doodstraffen; een amnestie zonder geheugenverlies opdat we niet opnieuw dezelfde fouten maken en een geest van grootmoedigheid die een mengvorm is van vergiffenis en broederschap.‘

De omvorming van de angst naar de hoop en de hoop op een wederopbouw van het land

‘Cuba heeft een diepgaande transitie nodig. Maar niet alleen een politieke en economische omvorming. Het land moet de haat overwinnen en geraken tot tolerantie en insluiting. Maar bovenal en op de eerste plaats moet Cuba de angst omzetten in hoop. Wij kennen allemaal de situatie in ons land en de kwaliteit van leven op dit eiland; Cuba zal niet werkelijk veranderen als je de angst voelt in je omgeving. Als de televisie dreigt en aanvalt. Als de kranten zich gedragen als ware schotschriften vol minachting tegenover hen die anders denken. Als uw buurt een plek van wantrouwen en vol verklikkers is. Als uw werk een verzamelplaats is vol afgunst en corruptie, dan gaat er iets fout in Cuba en dat moet veranderen.’

Bron
* De volledige Engelstalige tekst verscheen in Convivencia van november / december 2011
Link
* De website van Convivencia

Plaats een reactie