De bijna unanieme steun die Miguel Díaz-Canel woensdag jl. in het Cubaanse parlement kreeg, ging niet gepaard met de concrete toezegging om het land dat in puin ligt, na bijna zes decennia van staatscontrole onder leiding van Fidel en Raúl Castro, weer op te bouwen. De website 14ymedio publiceerde een gesprek met de economen Mesa-Lago en Elías Amor en sprak met Emilio Morales van de Havana Consulting Group in Miami. Met een stagnerende economie die afhankelijk is van Venezolaanse olie en een staatsapparaat in Sovjetstijl, dat de schaarse hulpbronnen van de natie verbruikt, staat de nieuwe president voor een monumentale uitdaging: het voortzetten en verdiepen van de economische hervormingen die Raúl Castro heeft doorgevoerd en het voorkomen van de ineenstorting van het politiek systeem.

De markt Humberto Alvarez bij Varadero
‘Miguel Diaz-Canel’s grootste uitdaging is om de richting in te slaan van de economische groei,’ zegt Emilio Morales, voorzitter van de Havana Consulting Group, gevestigd in Miami. Díaz-Canel, die vrijdag 58 jaar werd, nam de macht over van Raúl Castro na een decennium van langzame hervormingen. Hij moet ook ‘de dooi met de Verenigde Staten opnieuw aanwakkeren’, voegt hij er aan toe. Morales ziet als belangrijkste obstakel de ‘schaduw van de generatie van de tachtigers’ die naar zijn mening de Cubaanse Communistische Partij (PCC) blijven controleren. Als hij het einde van zijn ambtstermijn bereikt, zal Raúl Castro tot 2021 de leider van de PCC blijven. Om de ‘dooi van de relaties met de VS opnieuw op gang te brengen’ (het proces dat door president Barack Obama in 2014 is geïnitieerd), zegt Morales dat de nieuwe Cubaanse leider het probleem van de onteigeningen van Amerikaanse bedrijven in het begin van de jaren zestig zou moeten oplossen. Ook zou hij de productiekrachten in Cuba vrij moeten laten door middel van een wet die vrij ondernemerschap toestaat en die privé-investeringen van Cubanen van het eiland en de diaspora zou toestaan. Deze maatregelen zijn een historische eis van de oppositie, maar Havana heeft altijd gereageerd met meer economische centralisatie.
Verloren jaren
‘Het decennium van het presidentschap van Raúl Castro is een verloren decennium geweest,’ zegt Morales, hoewel hij erop wijst dat de openstelling voor kleine particuliere bedrijven een stap voorwaarts was. Meer dan een half miljoen Cubanen werken sinds 2010 buiten de controle van de staat. Vanaf dat jaar stimuleerde Raúl Castro op beperkte schaal het zelfstandig ondernemerschap om de druk op de overheidsfinanciën te verlichten. Morales voegt eraan toe dat de regering de wetten van vraag en aanbod in een vrije markt moet laten gelden. Dat betekent de directe werving van Cubaans personeel door buitenlandse bedrijven zonder dat contracten met de staat nodig zijn, het nieuw leven inblazen van het transportsysteem en grondiger hervormingen in de landbouw. ‘Het is noodzakelijk om het landbouwmonopolie van Acopio – het aankoop- en distributieagentschap van de staat – op te heffen en de boeren die onproductieve grond pachten, zelf te laten beslissen wat ze produceren, aan wie ze verkopen en hun eigen prijzen te laten vaststellen, zonder tussenkomst van de staat, naast de verlenging van de pachtovereenkomsten voor onbepaalde tijd’, zegt hij. Cuba geeft jaarlijks ongeveer twee miljard dollar uit aan het importeren van (voedsel)producten voor de binnenlandse markt die op het eiland geproduceerd zouden kunnen worden. De inefficiëntie van de staat, de eigenaar van alle grote en middelgrote bedrijven op het eiland, wordt door de autoriteiten zelf erkend, maar ze blijven vertrouwen op de ‘socialistische staatsonderneming’ als de ruggengraat van de economie.
Rol van de staat
Elías Amor, een Cubaanse econoom en mensenrechtenactivist die in Spanje woont, is van mening dat het ‘onzin’ is om het huidige economische systeem te handhaven. Onlangs publiceerde hij een lijst van 50 dringende maatregelen die de uitvoerende macht moet nemen om de economie te reactiveren. ‘Cuba moet evolueren naar ‘een socialisme van de markteconomie’, waar de as van de economie de particuliere onderneming is en de staat weer de rol speelt als herverdeler van inkomen, die de middelen toewijst en de economische ontwikkeling bevordert,’ legt Amor uit en hij dringt er bij de regering van het eiland op aan zijn dwingende rol te laten varen. ‘De zogenaamde Lineamientos of Richtlijnen (de plannen van Raúl tot hervorming van de economie, redactie) moeten grondig worden herzien omdat ze binnen het huidige economische systeem niet haalbaar zijn. Ik denk dat het van vitaal belang is dat de overheidsrekeningen in evenwicht zijn en dat de twee bestaande valuta één worden’, voegt de deskundige eraan toe. Het door Amor voorgestelde systeem omvat een privatiseringsbeleid dat landbouwers in staat stelt het land zelf te bezitten en de rol van de overheidsector in de economie te verminderen door het aantal personeelsleden in het leger en het staatsveiligheidsapparaat aanzienlijk te verminderen. ‘In Cuba werkt 85% van de werknemers voor de staat. Dat zou moeten worden teruggebracht tot niet meer dan 15% om het land te laten floreren,’ legt hij uit in een telefoongesprek.
Uitdagingen
Voor de Cubaanse professor Carmelo Mesa-Lago berust de verkiezing van Diaz-Canel op zijn loyaliteit aan de Cubaanse Communistische Partij. ‘De partij koos hem omdat ze hem zien als een loyale persoon, die niets zal veranderen,’ zegt Mesa-Lago aan Bloomberg Businessweek. Mesa-Lago benadrukt dat op het eiland sprake is van ‘een stagnerende bureaucratie die de particuliere sector als een bedreiging ziet’ en hij wijst op de besluiten van de regering niet langer vergunningen te verstrekken voor een serie beroepen in winstgevende sectoren. Vorig jaar publiceerde Mesa-Lago en andere experts een studie over de particuliere sector in Cuba, getiteld Voices of Change in the Cuban non-state sector. Toen al wilde de particuliere ondernemer grotere mogelijkheden om te kunnen investeren en minder bureaucratische obstakels. Ook vroeg men om de opening van markten voor de groothandel en de vrije invoer van goederen. Maar de leiders van het land bleven doof voor hun vragen. Met betrekking tot de uitdagingen voor de nieuwe president, is Mesa-Lago niet optimistisch. De crisis is niet zo erg als toen de Sovjet-Unie instortte maar de uitdagingen zijn sinds 1990 wel gegroeid.
Bron
* Mario J. Pentón, website 14ymedio, 20 april 2018