Eileen Sosin Martínez publiceerde een artikel op de website Cartas desde Cuba over de rol van de particuliere onderneming en die van de staat bij de hervormingen in Cuba. Het artikel staat enigszins model voor de wijze waarop veranderingsgezinde economen en politicologen in Cuba zelf deze discussie voeren; voorzichtige kritiek op de economische tekortkomingen van de hervormingen en bijna altijd zonder enige politieke kritiek op het handelen van de werkelijke machthebbers in Cuba. Veel van deze teksten blijven nogal eens steken in abstracties en vaagheden. De website Cartas desde Cuba van de voormalige BBC-medewerker Fernando Ravsberg is vaak een trefpunt van deze groep. Wij laten hier het artikel van Eileen Sosin Martínez volgen. Martínez maakt een aanzet tot een kritische analyse en komt uiteindelijk terecht bij een door Raúl Castro vaak gehanteerde slogan: ‘Zonder haast maar zonder pauze’.

Staatswinkel
De groep vrienden liep op de hoek van 23 en Avenida de los Presidentes. Alain staarde naar de zeer verpauperde staat van wat eens Café G. was, het toneel van zoveel goede herinneringen aan zijn tijd, nog maar nauwelijks enkele jaren geleden, op de universiteit. ‘Weet je wel….. als een particulier dit overneemt….. wordt het meteen beter’. Die zin heb ik regelmatig gehoord, de zin die onberispelijk het vroegere en latere samenvatte. Op veel plaatsen in de stad zijn voormalige gebouwen van de staat uit hun verval – qua bouw of economisch- herrezen tot prachtige particuliere ondernemingen. En is dat slecht? Nee, natuurlijk niet. Kwalijk of liever gezegd zorgwekkend is de conclusie van Alain volgens welke het particuliere functioneert, dat is efficiënt, zelfs mooi – en dat van de staat niet. Dat is een vermeende tweedeling die voor niemand heilzaam is.
Vormen van eigendom
Professor en onderzoeker Ricardo Torres verklaart dat de socio-economische structuur van de overgang naar het socialisme heterogeen is, gezien het naast elkaar bestaan van verschillende vormen van bezit. ‘Men veronderstelt dat in dit proces de voorwaarden worden geschapen voor de vorming van de meest sociale of collectieve typologieën als de dominante bezitsvormen.’ In de Cubaanse context zouden die socialere vormen de coöperaties en het staatsbedrijf zijn. En dan is het moeilijk te begrijpen waarom er enkel een vergunning van het gemeentebestuur nodig is om een particulier bedrijf te beginnen, terwijl een niet-landbouwcoöperatie door een minister of de Ministerraad moet worden goedgekeurd.

Kapperszaak op coöperatieve grondslag
Staatsbedrijf is passief
Aan de andere kant reageert het staatsbedrijf nauwelijks op maatregelen die tot doel hebben het staatsbedrijf flexibeler en productiever te maken. Afgelopen jaar werd aangekondigd dat er in 2017 een nieuwe Wet op de Ondernemingen komt zonder dat we verder maar iets hebben vernomen hoe dat proces zal verlopen. In beide gevallen worden termen als ‘geleidelijkheid’ en ‘experimenteel’ – die positief zouden kunnen zijn – een moeras waarin men weinig of niet vooruitkomt. ‘Wat er nu gebeurt, volgens mij, is dat de meest dynamische sector niet die van de staat is, wanneer we oordelen in termen van groei, het scheppen van werk en de mate van innovatie in de economische processen’, vat professor Juan Triana samen.
Twee snelheden
Enkele experts hebben becommentarieerd dat de huidige transformaties in twee snelheden verlopen: een trage, die op hoog niveau plaatsvindt, en juridische en structurele wijzigingen impliceert; en een snelle, die je op straat ziet waar kleine bedrijfjes ontstaan, gepaard gaande met verhoging van de prijzen en een grotere differentiatie in personen en groepen. Ongeveer 1/3 van de werkzame bevolking werkt niet in staatsbaantjes. ‘Hun belangen en de toekomstvisie die zij koesteren zijn totaal anders’, zegt Triana. ‘Dit verandert absoluut het sociale en politieke evenwicht in Cuba.’ Een studie** onder zzp’ers in Havana toont duidelijk aan dat het voor hen belangrijk is tot deze groep te behoren, omdat hun behoeften bevredigd worden en zij een grotere kans hebben op een betere kwaliteit van leven en om economisch rond kunnen komen. Zowel van henzelf als hun families. Iedereen was van mening dat in de toekomst de voorwaarden voor meer welvaart beter zullen worden dan nu, behalve voor de arbeiders die van de staatssector afhankelijk blijven. ‘Ze zouden veel dingen moeten veranderen (…) Er wordt momenteel niets stabiels en met toekomstvisie gedaan (…) De staat is een zeer slechte administrateur en er kan van alles gebeuren (…) Ik vind mezelf op de top van mijn kunnen, gegeven de situatie van het land en het economisch falen; ik denk niet dat de leiding gaat veranderen’, luidden enkele bij elkaar geharkte meningen.

Raúl Castro: ‘Als we de economie niet regelen, zullen we zinken.’
Nationaal debat
Ondanks alle problemen waar het particulier ondernemen tegen aanloopt, heeft het de ongewone verdienste resultaten te tonen. Misschien daarom beschouwen velen het als het speerpunt van de veranderingen. Socialisme impliceert noodzakelijkerwijze de socialisering van rijkdom en macht. Echter in de Cubaanse hervormingen hebben de meest collectieve modaliteiten (bedoeld worden de staatsbedrijven, redactie) minder ruimte hun potentie te laten zien. ‘Het is een beeld waarbij de publieke ondernemingen dominant en in hoge mate inefficiënt zijn, rijkdom niet wordt gesocialiseerd en de mens niet wordt bevrijd van de vervreemding, veel eerder het tegenovergestelde. Welke waarde heeft een onderneming die publiek is en verlies op verlies registreert of onder zijn potentieel zakt, geen goed betaalde banen schept, het milieu vervuilt en goederen en diensten van slechte kwaliteit biedt? Deze vragen zouden deel moeten uitmaken van een serieus sociaal debat,’ benadrukt Torres.
Rol werknemers
De ex-minister van Economie José Luis Rodríguez legt de nadruk op de rol van van de arbeiders. ‘Voor mij is dit het thema waar alles om draait. Het is niet eenvoudig, het is niet een-twee-drie op te lossen…. Maar als de mensen zich niet gesterkt voelen door direct aan de beslissingen deel te kunnen nemen komen we geen steek verder, want zij voelen zich geen deel van het proces, laat staan verantwoordelijk voor de kosten van de herzieningen.’ Veranderingen worden door mensen gemaakt. Dat wil zeggen, het gaat niet alleen om de optimalisatie van processen, rationaliteit, investeringen, statistieken … we moeten ook rekening houden met meningen, kennis, gemoedstoestanden, gevoelens, levensprojecten……
Richtlijnen
Het in werking stellen van de Llineamientos of Richtlijnen draagt niet alleen bij aan de ‘actualisering’ van het economisch model, maar ook van de sociale betrekkingen, merkt de psychologe Daybel Pañellas op. De economen zelf beweren dat het debat het louter economische overstijgt. Als de staat en de private sector worden gezien als het goede en het slechte – of omgekeerd- , als het ondoeltreffende monster en het summum van de ontwikkeling; als de versterking van het een oproept dat het andere zich buiten de wet stelt, als ze tegengestelde polen lijken, en niet complementair en onderling verbonden…. Als die voorstellingen hegemonistisch worden zullen we een vitaal doel verliezen. En men weet dat het, voordat je alternatieve routes neemt, beter is op het ingeslagen pad voort te gaan. Maar je moet doorgaan. Raúl zelf heeft het gezegd: zonder haast, maar zonder pauze. Ofwel, zonder te stoppen.
Bron
* Eileen Sosin Martínez op de website Cartas desde Cuba, 21 december 2016
Noten
* De website Progreso Semana / Progreso Weekly uit Miami die in het artikel wordt genoemd is een uitgesproken pro-Castro site.
** “Reconfiguración de relaciones sociales: pistas desde cuentapropistas capitalinos”, Daybel Pañellas Álvarez. En: Miradas a la economía cubana, Análisis del sector no estatal, Editorial Caminos, La Habana, 2015 / Herconfiguratie van sociale betrekkingen: sporen vanaf hoofdstedelijke zzp’ers’, Daybel Pañellas Álvarez. In: Gezichtspunten op de Cubaanse economie, Analyse van de niet-statelijke sector, Uitgeverij Caminos, Havana, 2015