Twee Amerikaanse ondernemers Saúl Berenthal en Horace Clemmons waren korte tijd het gezicht van de verbeterde relaties tussen de VS en Cuba. Tijdens het bezoek van Obama aan Cuba werd het tweetal veelvuldig geïnterviewd o.a. door CNN. De twee zakenlieden kregen toestemming de eerste Amerikaanse fabriek in Cuba te vestigen sinds 1959. Daar zouden in de ontwikkelingszone en vrijhaven Mariel kleine en wendbare landbouwtractoren worden geproduceerd voor de Cubaanse boeren. In juni meldde deze Cubaweblog dat er vertraging was opgetreden o.a. door ‘de Cubaanse bureaucratie.’ Ongeveer een maand geleden reden de eerste tractoren van de assemblagelijn, niet in Cuba maar in Fyffe in Alabama.

Saul Berenthal (links) en Horace Clemmons
Na een jaar liet de Cubaanse regering Berenthal en Clemmons weten af te zien van assemblage op Cubaans grondgebied. Een verdere uitleg werd niet gegeven. ‘In Mariel zullen geen tractoren worden geproduceerd,’ zegt Berenthal. Na een twee jaar durende campagne bedoeld om de economische banden tussen de VS en Cuba te versterken, zijn nog maar weinig resultaten geboekt. Er zijn enkele in het oog lopende contracten getekend met grote Amerikaanse merken, maar de handelsstromen tussen beide landen blijven minimaal. Ook op de grote Internationale Beurs van Havana is de animo gedaald onder de Amerikaanse deelnemers. Terwijl de Cubaanse regering met veel fanfare nieuwe akkoorden tekent met landen als Rusland en Japan, zijn de Amerikanen belast met de bezetting van het Amerikaans paviljoen, niet optimistisch over de mogelijkheid om op korte termijn zaken met Cuba te doen. Het verwijt luidt dat de Cubanen trachten de Amerikaanse bedrijven te verleiden, maar vervolgen de deur in hun gezicht dichtslaan.
Aanwezig zijn
‘Wij weten dat we hier moeten zijn en onze bereidheid tonen hier te willen zijn,’ zegt Diego Aldunate, directeur Latijns-Amerika voor Rost-Oleum (coating- en onderhoudsproducten) met hoofdzetel in Illinois. Hij en zijn collega Oscar Rubio geven aan dat ze wachten op mogelijke klanten uit de kleine sector van de coöperaties, maar in de middag is nog geen van hen langsgekomen. De regering behoudt een monopolie op de importen en exporten en controleert alle verkopen op het eiland wat maakt dat de staatsbureaucratie bij elke economische deal het laatste woord heeft. ‘Dat de regering ook de enige distribuant is en wij niet weten hoe dat gaat werken, maakt het gecompliceerd,’ zegt Rubio.

Hotel Quinta Avenida met management van het Amerikaanse bedrijf Starwood
Versoepeling regels VS
Obama heeft zes maal beleidsmaatregelen afgekondigd die gaten schieten in het embargo van de VS tegen Cuba. Die versoepelingen maken import en export van producten mogelijk, verkopen aan de Cubaanse regering en beperkte Amerikaanse investeringen. Havana heeft toestemming verleend aan de Amerikaanse hotelketen Starwood om op het eiland te opereren, Airbnb functioneert er en er zijn 10 luchtverbindingen vanuit de VS. De Cubaanse autoriteiten zien echter in de nog bestaande beperkingen van het restant van het embargo een groot obstakel voor meer commercie met de Noord-Amerikaanse buurman. Bij de opening maandag j.l. van de beurs van Havana benadrukte minister Malmierca: ‘De blokkade (…) bracht het Cubaanse volk grote schade toe en is het grootste obstakel in het proces naar normalisering van de relaties tussen Cuba en de VS.’ Waarnemers wijzen erop dat de kleine maar snel groeiende particuliere sector in Cuba in staat was te floreren en duizenden arbeidsplaatsen schiep ondanks de beperking van het embargo. In de afgelopen twee jaar is een stroom aan dollars het land binnengekomen waardoor particuliere casas particulares met ontbijt plus tientallen restaurants of paladares zich konden vestigen op een moment waarop door de dooi tussen de VS en Cuba ook het toerisme uit de VS snel in omvang toenam.

De haven van Mariel
Lokaas
Sommigen zien in het stagneren van de handel met de VS een bewuste keus van de Cubaanse regering om de relatie met de VS te beperken tot enkele topbedrijven met een hoog profiel en ondertussen het leeuwendeel van de handel via Europese en Aziatische bedrijven te kanaliseren. Doel is Amerikaanse ondernemersgroepen geboeid te houden met de bedoeling dat deze ondernemers druk zullen uitoefenen op het Congres om een einde aan het embargo te maken. ‘De Cubaanse regering maakt gebruik van de interesse van de Amerikaanse bedrijven als een lokaas om zo de belangstelling op te wekken van andere landen,’ zegt John Kavulich van de U.S.-Cuba Trade and Economic Council, een particuliere groepering die in analyses ontwikkelt – de meesten met scepsis – over de commerciële perspectieven van beide landen. Kavulich: ‘De Cubaanse regering zegt: ‘Wij geven alleen het noodzakelijke aan Amerikaanse bedrijven’, zodat bedrijven hun vingers blijven aflikken bij potentiële mogelijkheden die echter illusoir zijn. Er is meer sprake van inspiratie en aspiraties dan van werkelijkheidszin.’
Linken
* De New York Times meldde gisteren dat het aantal investeringen van buitenlandse ondernemingen tegen valt. Cuba Falling Short of Foreign Investment Goals, 1 november 2016
* Deze weblog besteedde al eerder aandacht aan de plannen van Saúl Berenthal
De eerste Amerikaanse onderneming mag zich in Cuba vestigen, 5 november 2015
Bureaucratie in Cuba is grootste hinderpaal voor investeerder, 13 november 2015
Amerikaanse en Cubaanse bureaucratie remmen productie tractor af, 14 juli 2016
* Berenthal in een interview met de Cubaanse televisie, 8 minuten, 6 november 2015
* Magazine Forbes, 15 februari 2016: The Unlikely Entrepreneurs Behind Cuba’s First U.S. Factory Since The Revolution