Om represailles als gevolg van de embargopolitiek te voorkomen, zorgden de betrokken oliemaatschappijen dat niets aan boord van de Scarabeo-9 van Amerikaanse makelij was, van pennen tot laptops. Het Spaanse bedrijf Repsol-YFP had zich al een jaar eerder van de beurs van Wall Street teruggetrokken omdat dit wellicht een obstakel vormde voor de investeringen van het bedrijf in Cuba. In juni vorig jaar sprak de Amerikaanse viceminister van Binnenlandse Zaken, Ken Salazar, in Madrid met directeuren van Repsol-YFP waarna het bedrijf liet weten zich aan de regels rond het embargo te houden. Later het jaar sprak de meerderheidsleider van de Amerikaanse Senaat, Dick Durbin, in Havana over het olieproject met de Cubaanse regering.
Hoewel er door beide partijen geen details werden bekend gemaakt over de resultaten van de contacten, blijkt uit het latere verloop van het project dat er sprake is geweest van een indirecte dialoog tussen de VS en Cuba, zonder precedent.

Het booreiland Scarabeo 9
Anti-Castro lobby in actie
Maar Florida’s krachtige Cubaans-Amerikaanse lobby had andere ideeën en met de naderende presidentsverkiezingen was het voor Barack Obama een kwestie van voorzichtig opereren. De anti-Castro groepen wilden dat de regering actie zou ondernemen om het boren helemaal tegen te houden en niet alleen om veiligheidsredenen. Belangrijke olievondsten zou het communistische Caribische eiland voor het eerst sinds de revolutie in 1959 financieel onafhankelijk maken. Al meer dan een halve eeuw is Cuba afhankelijk van de vrijgevigheid van haar ideologische bondgenoten. Eerst werd het gesubsidieerd door de Sovjet-Unie, en meer recent door Venezuela en in mindere mate, China. De eigen olieproductie van Cuba is niet omvangrijk. Toeristen die van Havana naar het strand van Varadero gaan, rijden kilometers lang langs jaknikkers en af en toe een Chinees of Canadees booreiland. Cuba produceert nu ongeveer 53.000 vaten olie per dag, maar moet nog steeds ongeveer 100.000 vaten importeren, voornamelijk uit Venezuela.
Onnoemelijke rijkdom
De Cubaanse territoriale wateren liggen echter op dezelfde geologische lagen als die van het olierijke Mexico en de Golf van Mexico. Schattingen over hoeveel olie Cuba offshore heeft variëren. Een schatting van de US Geological Survey schatting suggereert 4.6 miljard vaten, de Cubanen zelf spreken over 20 miljard. Zelfs de meest conservatieve schatting zou Cuba een netto olie-exporteur maken. Een grote vondst zou onnoemelijke rijkdom betekenen. Het is een van de ergste nachtmerries van de anti-Castro lobby’s in de VS . ‘Het rottende Cubaanse regime zoekt wanhopig naar een economische reddingsboei, en het lijkt in Repsol een bereidwillige partner te hebben gevonden om te hulp te schieten,’ zei Ileana Ros-Lehtinen, de in Cuba geboren Republikeinse volksvertegenwoordiger en voorzitter van het invloedrijke Comité van Buitenlandse Zaken Comité, in een verklaring. Het Congreslid van Florida en een groep van 33 andere wetgevers, zowel Republikeinen als Democraten, stuurden een waarschuwing aan Repsol dat het bedrijf zich met het boren blootstelde aan ‘strafrechtelijke en civiele aansprakelijkheid in Amerikaanse rechtbanken’. Repsol antwoordde dat haar exploratieputten voldoen aan de huidige Amerikaanse wetgeving met betrekking tot het embargo en alle veiligheidsvoorschriften. Het stond ook toe dat Amerikaanse functionarissen een veiligheidsinspectie van het Chinese booreiland uit konden voeren voordat het de Cubaanse wateren binnenkomt. Onder het embargo mag het slechts 10% Amerikaanse technologie gebruiken.

Een blowout preventer is een soort groot ventiel bedoeld om de bewegingen van olie en gasbellen te controleren en vooral de gevolgen van ongewenste druk en bewegingen in de aarde tijdens het boren. Die kunnen catastrofale gevolgen hebben en de ramp bij Louisiane was zo’n blow-out.
Het booreiland werd opgetuigd in Singapore en het enige stuk van Amerikaanse makelij is de blow-out preventer. Het was het falen van BP’s blow-out preventer dat de oorzaak van de milieuramp in 2010.
Milieu-overwegingen
Volgens Lee Hunt, is de Scarabeo 9 een state-of-the-art booreiland voor diep water en zijn zes vergelijkbare platforms gebouwd op dezelfde Chinese scheepswerf als die momenteel in de Amerikaanse wateren opereren. Op dit moment lijken milieu-overwegingen de voorrang te hebben boven de politieke. De regering nam het aanbod van Repsol aan de Scarabeo 9 te inspecteren en een beperkt aantal vergunningen zijn afgegeven aan de Amerikaanse clean-up exploitanten om de Cubaanse wateren binnen te gaan en in het geval van een lekkage te helpen. Maar de discussies zijn nog lang niet voorbij zolang milieuactivisten aandringen op meer samenwerking, terwijl conservatieve Cubaans-Amerikaanse groepen op zoek zijn naar manieren om juridische en wettelijke obstakels in de weg te plaatsen.

Een oliebooreiland van PetroVietnam in de Zuid Chinese Zee
Eerste resultaten
Afgelopen week gaf een van de betrokken maatschappijen PetroVietnam meer informatie over de concessie, die deze Vietnamese onderneming van Cuba huurt. PetroVietnam spreekt over de aanwezigheid van 3 miljard tot 5 miljard vaten olie. Die cijfers zijn gebaseerd op seismisch onderzoek en het bedrijf spreekt van ‘zeer veelbelovende concessies. ‘Wij wachten nu op de eerste resultaten van Repsol en nieuwe boringen van onze buren, Petronas en PDVSA,’ zei een directeur van PetroVietnam. Repsol doet de eerste boring in Cubaanse wateren aan de Golf van Mexico en ongeveer 100 kilometer verwijderd van Cayo Hueso in Florida. De directeur benadrukte dat hij het Cubaanse project beschouwt als een project op middellange termijn en zeker niet als een korte termijn project.
Bronnen
* El Jornada, Proceso, Diario de Cuba, El Nuevo Herald, BBC Mundo, Café Fuerte
Link
* Twintig vragen en antwoorden over het olieproject. Website Cafefuerte, Spaanstalig
* Het korte bericht over de activiteiten van de Scarabeo 9 in de partijkrant Granma van 20 januari 2012
* Waarom de VS en Cuba moeten samenwerken bij de olieboringen. Een artikel van William K. Reilly en Megan Reilly Cayten dat in februari van dit jaar in de Washington Post verscheen. K. Reilly was medevoorzitter van de commissie die de Deepwater Horizon van BP onderzocht en was een van Bush’ milieuadviseurs. Megan Reilly Cayten is een specialist op het gebied van energiekwesties en iemand met een lange ervaring in Latijns Amerika en Azië.