Koop ijs en leer de ongelijkheid kennen (deel 1)

De socialistische regering van Cuba weigert gegevens te publiceren over de wijze waarop de klassentegenstellingen door de geslaagde overgang van Cuba uit het communisme, zich ontwikkelen. Maar wie kijkt waar de Cubaan zijn ijskoude en zoete lekkernijen koopt kan exact vaststellen waar hij staat op de nieuwe sociaal-economische ladder van het eiland. IJssalon Coppelia, ‘de socialistische ijskathedraal in Havana’, is er voor de gewone Cubaan en Nestlé heeft het monopolie op luxe-ijs dat wordt geconsumeerd door de groeiende middenklasse.

coppelia-havana-bezoekersCuba’s snel groeiende ijsmarkt biedt inzicht in de kloof tussen arme en rijke Cubanen. Voor de meeste Cubanen is er slechts de optie van enkele miezerige lepeltjes door de staat geleverd ijs. Voor wie zich meer kan permitteren is er meer keus, van bekers ijs in cafetaria’s tot luxe schalen met ijs. We hebben ze allemaal geproefd en kregen een voorproefje van Cuba’s snel smeltende droom van een egalitaire samenleving.

havana 33 coppelia

De traditionele Cubaanse ijssalon Coppelia in Havana

Voor de pechvogels – 80% van de Cubanen die rondkomen van een karig overheidssalaris van ongeveer $30 per maand – is Coppelia de beste plek om ijs te krijgen in Havana, een uitgestrekte groene ruimte beschut door een modernistische koepel. Hier wordt het communistische ideaal van collectieve consumptie nog gepraktiseerd: sterk gesubsidieerde prijzen, lange wachtrijen, grote gemeenschappelijke tafels, en vandaag de dag een vleugje nostalgie naar een verduisterde utopische visie. Op een zonnige middag staan zowel Cubanen als buitenlandse toeristen in de rij voor een ijsje. De rij wordt zeer langzaam korter, zo langzaam, dat een groep middelbare studenten, nog gestoken in hun blauwe schooluniformen, koekjes van een straatverkoper koopt terwijl zij wachten. ‘Rijen maken deel uit van onze nationale cultuur’, grapt een student. Een paar oudere Spaanse bezoekers kijken hem ongelovig aan: ‘We wachten al bijna een uur,’ klaagt een van hen.

ijs-bronx-new-york-fidel-castro-02041959

Fidel Castro at een ijsje toen hij in april 1959 de dierentuin in de Bronx bezocht. Castro zei ooit tegen een Amerikaanse journaliste: ‘Voor de revolutie waren de Cubanen gek op Howard Johnson’s ijs. Wij maken nu 28 smaken, dat is meer dan Howard Johnson. Dit is onze manier om te bewijzen dat we alles beter kunnen doen dan de Amerikanen’.

Een oudere Cubaanse klant speelt de rol van reisbegeleider: ‘Dit is een eiland waar de autoriteiten een immens en extravagant ijspaviljoen hebben gebouwd. Hardwerkende Cubanen staan graag uren in de rij om een paar lepels diepvriesmelk te consumeren. Deze buitengewone plek  is bedacht door onze onverschrokken leider, die droomde van ijs dat in kwaliteit dat van de dodelijke vijand in het Noorden zou overtreffen. Een ijs Koude Oorlog! Welkom in Coppelia, de socialistische ijskathedraal van Noord- en Zuid-Amerika!’ Coppelia was het persoonlijke project van Fidel Castro en zijn partner Celia Sánchez, die het in 1966 met veel bombarie inwijdde, zeven jaar nadat hij de dictator Fulgencio Batista omverwierp. Sommigen zeggen dat de Commandante en Jefe zelf het recept bedacht met geuren van melk, room en suiker, maar ook vol calcium en andere voedingsstoffen. Het werd in het gehele eiland tegen gesubsidieerde prijzen verkocht. Maar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1990 moest de regering de hoeveelheid smaken – in de topjaren 50 smaken!– terugbrengen tot drie want de Sovjet-Unie weigerde verdere subsidies. ‘In de glorietijd van Coppelia was het ijs rijk en romig, niet zo broos en het smolt ook niet zo snel als het vandaag de dag doet,’ zegt Mario, een gepensioneerde met een inkomen van 12 dollar per maand die een tafel deelt met de studenten en het Spaanse echtpaar. ‘Het lijkt erop dat Fidel het oorspronkelijke recept mee in zijn graf heeft genomen,’ voegt hij er met zachte stem aan toe.

IJs op de zwarte markt
Het is een publiek geheim onder Cubanen dat door de overheid gemaakt ijs vaak wordt verdund tijdens het vervoer en de aflevering. Een pakket ijs kan op de zwarte markt worden verkocht voor 5 tot 10 dollar, ongeveer een derde van een maandsalaris. ‘De echte inkomsten van het werken bij Coppelia komen uit onze verdiensten op de zwarte markt. Onze officiële salarissen zijn lachwekkend,’ geeft een jonge ober toe. ‘Ik werk hier omdat ik wat kan verdienen met dingen die we van de staat stelen.’ Een van de Spaanse toeristen klaagt over de sojasmaak van zijn bananenijs en de gebrande kruimels lijken wel van tarwe. Maar, geeft hij toe, voor een bedrag gelijk aan 5 dollarcenten, is dit waarschijnlijk het goedkoopste ijs dat hij ooit kocht. Voor veel Cubanen, die geen flessenmelk meer via hun libreta of bonnenboekje hebben, is roomijs een manier om hun dagelijks portie melk binnen te krijgen.

coppelia-linea-dorada-nestle

Verpakt ijs van Nestlé in Cuba

Smaak van de middenklasse
De groeiende middenklasse kan zich af en toe storten op het verpakte ijs van Nestlé , dat lokaal wordt vervaardigd in vestigingen van het wereldwijd bekende merk. De multinational maakt al sinds 2003 roomijs in Cuba omdat Fidel Castro toen buitenlands kapitaal nodig had ter vervanging van de verlorengegane Sovjetsteun. Vijftien jaar later is het bedrijf in staat op grote schaal en met een slimme logistiek het hele eiland van verpakt en gestandaardiseerd roomijs te voorzien.

Bron
* Website Cuba Studygroup, Richard E. Feinberg en Claudia Padrón Cueto: To understand Cuba’s emerging class system, try the ice cream, 29 juli 2018

Video
* YouTube met een Engelstalige samenvatting  van dit artikel, 7 minuten.
* Fidel Castro had, volgens de site War is Boring, een bizarre obsessie voor melk en room. De dictator probeerde superkoeien te fokken en de CIA probeerde hem via een milkshake te vergiftigen. Volgens een vriend, de Colombiaanse schrijver Garcia Márquez, at Fidel soms 26 bolletjes ijs in een keer.

Plaats een reactie