Hoe Fidel’s boom werd geveld

Zoals wel meer bij dictators, vermeldt ook de levensbeschrijving van Fidel Castro een uitzonderlijk aantal gevallen van intelligentie en vindingrijkheid. Oudere Cubanen herinneren zich nog de koe Ubre Blanca, die 110 liter melk per dag gaf en bij zijn overlijden een staatsbegrafenis kreeg. En er is de teelt van reuzenaardbeien of het landbouwexperiment Cordon van Havana genaamd, dat de voedselproblemen voor de hoofdstedelijke bevolking voor eens en voor altijd zou oplossen. Al deze projecten bleken na enige tijd een mislukking; de specialisten die Fidel daarvoor hadden gewaarschuwd werden door hem genegeerd.

In 2011 kwam daar de campagne voor de Moringa Oleífera en Morera-bomen bij. Die zouden, aldus Fidel Castro, op massale schaal gekweekt een ‘onuitputtelijke bron vormen ter vervanging van vlees, eieren en melk.’ De onafhankelijke journaliste Tania Díaz Castro (1939) beschrijft hoe de buurtbewoners besluiten tot het omhakken van de moringaboom in haar tuin, ‘de boom van Fidel.’

De moringa van de onenigheid

De moringa van de onenigheid

Het is natuurlijk louter toeval. Terwijl op het Plein van de Revolutie de Cubaanse werknemers die op de loonlijst van de overheid staan, voorbijtrokken, verloren mijn naaste buren hun geduld, rebelleerden en eisten dat ik mijn moringaboom zou omhakken. De boom is drie jaar geleden in november 2011 gezaaid toen auto’s de wijk inreden om, op initiatief van Fidel Castro, plastic zakjes met zaadjes voor de moringa uit te delen aan de bewoners van Santa Fe, van Cangrejera, Baracoa, Jaimanitas en de exclusieve wijk die daaraan grenst en waar de Commandante en Jefe Fidel zelf resideert en die bekend staat als Punto Cero. Samen met de gratis uitgedeelde zaden werd nog een foldertje uitgedeeld waarin de eigenschappen van deze van oorsprong uit India afkomstige boom werden beschreven, die volgens de regering de doden tot leven kon brengen en de levenden zou voorzien van proteïnen waardoor het niet meer nodig was biefstuk te eten. En dat is iets dat El Comandante ons al vele tientallen jaren verbiedt.

Proteïnen
Ik was, dat moet ik bekennen, gewoon enkele blaadjes morInga in de soep te doen vanwege de pikante smaak en wellicht vanwege de extra proteïnen die ons door El Comandante waren beloofd. Maar bij mij in de buurt willen ze geen moringa eten. Pánfilo, een buurman die bicitaxi’s repareert, zei mij er niet over te willen praten. Hij wilde gewoon een lekkere biefstuk. Pedro, de timmerman die gevangen had gezeten omdat hij een koe had geslacht, zei hetzelfde. Chicha en Sonia, de echtgenotes van beiden, wilde het zelfs niet eens in de soep uitproberen zoals ik hen had aangeraden, en Angelito, de pakjesbezorger zei dat hij over die onzin niks wilde weten. Zelfs de buren die de opdracht hebben om mij in de gaten te houden, hebben gedisciplineerd de zaadjes uitgezet in hun voortuin, maar ik heb ze nooit een blaadje zien plukken voor de maaltijd van de dag.

De Moringa Oleífera en Morera-bomen zouden, aldus Fidel Castro, op massale schaal gekweekt een  ‘onuitputtelijke bron vormen ter vervanging van vlees, eieren en melk en zijdevezels.’ Moringa oleifera, in Azie ook bekend als Malunggay wordt beschouwd als een boom met voedzame bestanddelen. Van de Himalaya tot de Filipijnen wordt de snelgroeiende boom gekweekt en ook wel omschreven als de Wonderplant. Via industriële verwerking worden delen van de boom verwerkt tot pillen en frisdranken. De schors smaakt naar asperges. Ook in de thee en bij het koken wordt de Moringa oleifera gebruikt.

De Moringa Oleífera en Morera-bomen zouden, aldus Fidel Castro, op massale schaal gekweekt een ‘onuitputtelijke bron vormen ter vervanging van vlees, eieren en melk en zijdevezels.’ Moringa oleifera, in Azie ook bekend als Malunggay wordt beschouwd als een boom met voedzame bestanddelen. Van de Himalaya tot de Filipijnen wordt de snelgroeiende boom gekweekt en ook wel omschreven als de Wonderplant. Via industriële verwerking worden delen van de boom verwerkt tot pillen en frisdranken. De schors smaakt naar asperges. Ook in de thee en bij het koken wordt de Moringa oleifera gebruikt.

Omhakken
Ik kan zweren dat ik de enige was die de moringa eer bewees. Terwijl duizenden arbeiders als gewoontedieren over het Plein van Revolutie liepen uit eerbewijs aan de opvolgende dictator van de Castrodynastie, maakten de arbeiders in de buurt mij duidelijk dat ze niet langer last wilden hebben van de bladeren, het stof en de andere rommel van de morenga, die op straat, de patio’s en de in de keukens terechtkwamen. Zoals de schillen, zaadjes en de bladeren die in hun eten waaiden. ‘Of u hakt ze om, of wij hakken ze om,’ riepen ze woedend. Zo vastbesloten waren mijn buren; Laima, de accountant van een bedrijf, Juan, technicus voor alarmapparatuur, Yohanny, bewaker van de SEPSA en velen meer. Ik zei nog dat de boom van Fidel was, maar ze antwoordden met grofheden. En ik wees ze op de vele anderen die hun morInga in de patio van hun huis hadden geplant en dat ik van hen ook geen klachten hoorde. Iedereen praatte door elkaar heen en ondertussen vroeg ik me af waarom we niet gewoon op het Plein van de Revolutie stonden, het was immers de Eerste Mei. Uiteindelijk om 10 uur ’s ‘s ochtends gaf ik me gewonnen en vroeg tegen mijn wil, een vriend de boom van de onenigheid om te hakken. Toen ik de volgende ochtend vroeg door mijn raam keek, zag ik nog slechts enkele uitstekende stronken. Het leek een skelet van de dood. Ik kon niet slapen en vroeg mij af waarom de morInga zó’n buitensporig bezit van mij had genomen.

De resten van de moringa van Tani Daiz castro

De resten van de moringa van Tania Diaz Castro

Medeplichtig
En ik ontdekte hoe ik, zonder me dat bewust te zijn geweest, misschien uit liefde voor de natuur, medeplichtig was geworden aan de laatste dwaasheid van de Máximo Líder van Cuba, toen hij beviel huis voor huis een morInga te planten, terwijl de arbeiders ten tijde van zijn bewind, noch zij die op de Eerste Mei over het Plein liepen, het recht hadden een biefstuk te eten of een glas melk te drinken zoals zijn broer ons zeven jaar geleden had beloofd.

Bron
* Tania Díaz Castro schreef deze tekst voor de website Cubanet, 6 mei 2014
Noot
* Tania Díaz Castro (1939) woont in Havana. Haar eerste dichtbundels werden gepubliceerd door de officiële kunstenaarsbond UNEAC en later nog twee door Lindon Ediciones Line Press en ZV Lunaticas. Sinds 1994 werkte ze als reporter voor tijdschriften en kranten in Cuba. In 1989 en 1990 kwam ze in de gevangenis terecht omdat ze Fidel Castro verzocht had om een volksraadpleging. In 1990 verscheen Tania Diaz na een verblijf van 4 maanden isolement in het ondervragingscentrum Villa Marista, plotseling op de Cubaanse televisie. Zij herriep toen haar eerdere verklaringen en noemde zichzelf en andere mensenrechtenactivisten ‘huurlingen van de belangen van de VS’ en ‘arrogante egoisten’ Later bleek dat haar familieleden waren bedreigd door de Cubaanse geheime politie. Zelfs de vriend van haar 19-jarige dochter werd niet gespaard; hij werd opgepakt omdat men twee hasjsigaretten bij hem thuis ‘vond.’ Tania woont nu met haar katten en honden in de buurt Santa Fe, Havana.

Plaats een reactie