Ministers EU: ‘Wangedrag Cuba tegenover oppositie gaat door‘

Publieke ontmoetingen tussen hoge EU-functionarissen en vertegenwoordigers van Europese landen die Cuba bezoeken met leden van de Cubaanse oppositie behoren tot nu toe niet tot de mogelijkheden.* Dat is niet verbeterd sinds in 2014 Brussel en de Cubaanse autoriteiten formele gesprekken openden die zouden moeten leiden tot een akkoord over samenwerking en politieke dialoog. Dat staat te lezen in een rapport dat de EU-Ministers van Buitenlandse Zaken maandag in Luxemburg bekrachtigden. In het verslag wordt een waardeoordeel over dit feit vermeden, waarschijnlijk omdat de pogingen tot toenadering tot Havana doorgaan.

EEn protest tegen geweld van de politie en de staat (200)

Een protest tegen het geweld van de Cubaanse politie en de staat (2009)

In een verslag over de stand van zaken van de mensenrechten en democratie in de wereld dat de EU-ministers gisteren onderschreven, wordt over Cuba verder geconstateerd dat de klachten over ‘pesterijen, intimidatie en geweld’ tegen de oppositie ‘frequent’ voortduren. Volgens het EU-verslag was 2014 een beslissend jaar in de dooi tussen Cuba en de EU. Deze relaties werden tot nu toe gekenmerkt door de zogeheten Common Position* die de verbetering van de relaties koppelde aan democratische hervormingen. De contacten vonden plaats in vier formele bijeenkomsten en er worden voor het lopend jaar nog twee gesprekken voorzien.

Meer bewegingsvrijheid
Mensenrechten, good government en de civil-society zijn thema’s die in alle gesprekken aan de orde komen, aldus het EU-verslag, met het doel dat deze in het centrum van toekomstige relaties tussen de EU en Cuba komen. Als positief punt vermeldt het verslag een wet uit 2013 die de bewegingsvrijheid van Cubanen, inclusief die van dissidenten, aan banden legt. Daardoor hadden leden van de ‘civil society’ in 2014 meer contacten met Brussel en met Europese regeringen. De EU bewaakt ‘strikt’ de wijze waarop deze wet, vooral voor leden van de civil society en de oppositie’, in de praktijk werkt. De 28 lidstaten van de EU, erkennen grote ‘bezorgdheid’ te hebben over ‘arbitraire detenties en detenties van korte duur van opposanten van het Castroregime vooral eind 2013 en in het begin van 2014. Het aantal aanhoudingen werd na de zomer minder. De vertegenwoordiger van de EU in Havana heeft ‘van dichtbij’ voorbeelden van repressie gevolgd en ‘verschillende malen’ de bezorgdheid aan de Cubaanse autoriteiten overgebracht en constateert hoe ‘beschuldigingen van pesterijen, intimidatie en, in sommige gevallen, geweld nog steeds frequent voortduren.

Christian Leffler leidt de onderhandelingsdelegatie van de Europese Unie

Christian Leffler leidt de onderhandelingsdelegatie van de Europese Unie

Waardeoordeel ontbreekt
Het verslag van de gezamenlijke Ministers van Buitenlandse Zaken bevat geen waardeoordeel over deze feiten, ook ontbreekt informatie over de stappen die volgen hoewel verzekerd wordt dat contacten met de diverse sectoren van de civil society in Havana worden voortgezet. De stichting Glasnost in Cuba heeft bij bezoeken van bewindslieden, Tweede Kamerleden en andere politici herhaaldelijk aangedrongen op openlijke contacten met de politieke oppositie zoals de Damas de Blanco, Estado de Sats, de christelijke beweging Liberación en de UNPACU. Zowel tijdens het bezoek van minister Timmermans (januari 2014) als van de huidige Minister van Buitenlandse Zaken, Koenders (mei 2015) bleven dergelijke ontmoetingen uit.

Bron
* Website Diario de Cuba
Noot
* Het Mensenrechtenrapport (Engelstalig) van de EU Ministers van Buitenlandse Zaken, 21 juni 2015
* Citaat: The EU in Havana interacted with a diverse range of Cuban civil society representatives in the Human Rights working group, coordinated by the EU Delegation, to analyse and follow the situation, particularly with respect to freedom of expression and association, freedom of religion or belief and labour rights. However, open meetings with the opposition continue to be off-limits, in particular for EU and Member State ministers and senior officials on official visits.
vlajka, EU* Common Position 1996

De Common Position dateert van 1996 en was een initiatief van de toenmalige Spaanse regering geleid door José María Aznar. Dit EU beleid voorzag in de versterking van de relaties tussen EU-landen en Cuba onder voorwaarde dat vooruitgang zou worden geboekt in het democratiseringsproces en de situatie van de mensenrechten. Ook werden directe contacten tussen EU-regeringen en dissidenten aangemoedigd. Havana veroordeelde dit beleid en beschouwde het als inmenging in interne aangelegenheden.
Klik hierna voor de volledige Nederlandse tekst van de Common Position: CommonPositionNL02121996

Plaats een reactie