Op zoek naar Celia Sánchez (deel 1)

Maar weinigen twijfelen aan de sleutelrol die de vrouwelijk revolutionair Celia Sánchez heeft gespeeld in het leven van de Cubaanse leider Fidel Castro. Dertig jaar na haar dood wordt de intensiteit van die relatie nog steeds bediscussieerd. Celia Sánchez stond twintig jaar lang in het centrum van de Cubaanse revolutie en werd na haar ontmoeting in 1957 met Fidel Castro zijn onmisbare en belangrijkste medewerker. Morgen 1 januari is het 53 jaar geleden dat de Cubaanse revolutionairen hun overwinning behaalden en dictator Batista het land ontvluchtte. Op 11 januari 2012 is het 32 jaar geleden dat Celia Sánchez overleed aan longkanker. Zij werd ooit door Fidel Castro omschreven als ‘de meest oorspronkelijk bloem van de revolutie.’

1957: de eerste foto van Castro en Sánchez samen

Tijdens haar leven waren er al geruchten over een liefdesrelatie tussen beiden, maar de twee negeerden deze berichten en buiten Cuba is er – ook na haar dood in 1980 – weinig geschreven over de rol van Celia Sánchez. De eerste foto van Sánchez en Castro samen dateert van 1957, maar Sánchez speelde toen al een hoofdrol in zijn leven. De voormalige rebellencommandant Hubert Matos Former zei: ‘Ik hoefde hen niet in bed gezien te hebben om te weten dat hun relatie verder ging dan de politiek.’ Toen Fidel Castro in december 1956 vanuit Mexico met de boot Granma in Cuba aan land ging –  een rampzalige operatie want hij verloor de meerderheid van zijn mensen – zou het clandestiene netwerk van boeren, opgezet door Sánchez, bepalend zijn voor de kansen van de rebellen.

Jeugdfoto van Celia Sánchez

Artsendochter
Celia Sánchez Manduley werd in 1920 geboren en groeide op in de suikerstad Media Luna, in het tropische oosten van Cuba in de provincie van Oriente. Haar moeder stierf toen ze jong was en ze had een nauwe relatie met haar vader, dokter Manuel Sánchez Silveira. Hij was een ontwikkelde man en betrokken bij de liberale Partido Ortodoxo. Celia Sánchez leerde door hem de politiek kennen en als zijn assistent maakte zij kennis met de gevolgen van de extreme armoede voor zijn patiënten. Zij werd ook bekend in de regio en haar lokale contacten zouden later onbetaalbaar blijken. Toen Fulgencio Batista in 1852 voor de tweede maal via een coup de macht overnam was Sánchez – net zoals miljoenen andere Cubanen – woedend. Zij was ervan overtuigd dat de dictatuur alleen met geweld zou kunnen worden verdreven en begon met de organisatie van het verzet.

Celia Sánchez en Che Guevara (R) werden goede vrienden. Toen Che Guevara Cuba verliet voor zijn wat later zijn laatste reis zou worden, gaf hij Celia Sánchez zijn baret als aandenken


Strijd

In juli 1953 organiseerde Fidel Castro zijn eerste gewapende aanval op Batista en viel hij de Moncada- kazerne aan in Santiago. Sánchez sloot zich toen aan bij de 26e Juli Beweging van Castro. Toen hij terugkeerde uit ballingschap uit Mexico, organiseerde zij de aanvoer en levering van wapens aan de rebellen in de  Sierra Maestra, recruteerde vrijwilligers en was een van zijn belangrijkste contactpersonen. In 1957 was Sánchez in het Cuba van Batista de meest gezochte vrouw. Toen het op het platteland voor haar te gevaarlijk werd, sloot ze zich aan bij Fidel Castro in de bergen van de Sierra Maestra. Op de commandopost La Plata beheerde zij de voorraden voedsel, kleding en wapens, allemaal bedoeld om de rebellen bij hun guerrillastrijd te steunen. En nooit week zij van Castro’s zijde.

Nidia Sarabia en brigadier-general Tete Puebla werkten nauw samen met Celia Sánchez

Celia als archivarus
Ook deed ze mee aan de strijd. Voormalig brigade-generaal van de rebellen, Tete Puebla, was 15 toen zij Sánchez in de Sierra Maestra ontmoette. ‘Het eerste gevecht waar Celia aan mee deed, vond plaats bij Uvero in mei 1957. Het was een harde actie. Het was de tijd waarbij de mannen van Batista nog een groot deel van de Sierra beheersten.‘ (…) ‘Zij bombardeerden en doodden veel boeren.’ Sánchez speelde een leidende rol. ‘Zij was verantwoordelijk voor gebieden waar soms 40 tot 50 mensen stierven. Soms verbrandden ze alle huizen in de streek en wisten mensen niet waar ze moesten wonen. En  naast al haar andere verantwoordelijkheden, zorgde Celia ook voor deze gezinnen,’ aldus Tete Puebla.

Celia Sánchez met Fidel Castro (midden) en andere revolutionairen in de bergen van de Sierra Maestra

Sleutelpositie op alle gebieden
Celia Sánchez controleerde alle toevoer van voedsel, kleding, geld en wapens voor de rebellen. Ze werd de ‘de peettante’ van de Sierra Maestra en van Oost-Cuba genoemd. Toen Castro in 1959 aan de macht kwam, werd Sánchez zijn belangrijkste medewerker en werkte zij met hem samen tot haar dood. Zij was verantwoordelijk voor veel revolutionaire projecten zoals de ‘heropvoeding’ van gezinnen die betrokken waren bij de strijd tegen Castro, bij de aanleg van parken en zij stond garant dat er altijd Cubaans ijs te koop zou zijn. Celia leidde al deze zaken. In Cuba wordt dit vaak gepresenteerd alsof Celia als trouwe medewerker vorm gaf aan de ideeën van Fidel Castro. Of ze ook zelf politieke ideeën ontwikkelde, bijvoorbeeld over de Cubaanse rakettencrisis, is onbekend. Castro heeft in deze zin nooit over haar rol gesproken. En zover bekend hield zij geen dagboek bij. Celia Sánchez was zich wel bewust van het historische belang van allerlei documenten. Tijdens haar verblijf in de Sierra Maestra, bewaarde ze elke snipper papier, elke dienstorder die ze kon redden, bedoeld voor het historisch archief van de revolutie. Nidia Sarabia herinnert zich hoe ze Sánchez hielp bij het archief in de jaren zestig: ‘Ze bewaarde alle papieren, zelfs als ze gebombardeerd waren met napalm. Ze was van mening dat elk stukje papier van een rebellensoldaat of een half-gealphabetiseerde boer van vitaal belang was.’ ‘Het was een van de meest waardevolle en gekoesterde idealen die ze had, ’zegt Sarabia. ‘En niemand anders wist ervan – misschien Fidel niet eens – want niemand bij de leiders van de revolutie had er gedacht deze papieren te bewaren.‘

Plaats een reactie