Bureaucratie in Cuba is grootste hinderpaal voor investeerders

De bureaucratie in Cuba is een van de grootste obstakels voor buitenlandse zakenlieden bij het veroveren van een plaats op de Cubaanse markt. Dat zeiden diverse specialisten in gesprekken met het persbureau AFP. Maar bedrijven ‘die hier komen op het moment dat alles perfect gestructureerd is en het uiteindelijke economische model gekozen (…) kunnen wel eens te laat zijn,’ aldus een expert.

De stand van het Marielproject op de recente beurs FIHAV 2015

De stand van het Marielproject op de recente beurs FIHAV 2015 in Havana

Philippe García, regionaal directeur van Business Francia, een overheidsinstelling die Franse bedrijven adviseert bij activiteiten in het buitenland, constateert dat het hier gaat om ‘een geleide economie, met planning en bureaucratie (…), er is sprake van langdurige onderhandelingen en het besluitvormingstraject is bijzonder lang en vaak is de reden van de traagheid niet te achterhalen.’ Gabriela Santoyygo, coördinator van Access Cuba, adviseert ondernemers die willen investeren in het eiland; hij houdt hen voor dat zij aan twee essentiële eisen moeten voldoen om zich te vestigen in Cuba. ‘Men moet veel geduld hebben en zich aanpassen aan wat ze in Cuba willen’. Bovendien moet men accepteren ‘soms anderhalf jaar te moeten wachten voordat een deal kan worden gesloten’ en bovendien moet men projecten presenteren die in lijn zijn met het officiële programma Plan Quinquenal de la Economía Nacional oftewel het Vijfjarenplan van de Nationale Economie. Dat is een voorwaarde sine qua non om in de Cubaanse markt te kunnen opereren. De Amerikaanse ondernemers Horace Clemmons en Saul Berenthal voldoen aan die formule, aldus persbureau AFP. Beiden overtuigden de Cubanen van het belang om een assemblagebedrijf voor kleine tractoren te vestigen in de Marielzone. Nu is het wachten op toestemming van het Amerikaanse Ministerie van Financiën.

Te laat?
Volgens Berenthal is het geheim het vermogen van een bedrijf om in te spelen op lokale beperkingen: ‘Cuba wil buitenlandse investeringen, Cuba wil arbeidsplaatsen scheppen, Cuba wil nieuwe technologie en Cuba wil de mogelijkheid hebben kennis over moderne bedrijfsvoering over te dragen aan Cubanen.’ Ondanks de obstakels, is Phillipe García van mening dat het essentieel en strategisch is zo snel mogelijk aanwezig te zijn, zoals enkele Franse bedrijven jaren geleden al deden zoals Total, Alcatel, Lucent, Pernod-Ricard en Bouygues als joint-ventures. ‘Ik denk dat bedrijven die hier komen op het moment dat alles perfect gestructureerd is en het uiteindelijke economische model gekozen is (…) wel eens te laat kunnen zijn,’ aldus de expert. García laat zich positief uit over het panorama dat geschetst wordt nu er diplomatieke betrekkingen bestaan tussen Havana en Washington en over de versoepeling van het embargo, want daar hebben bedrijven die willen investeren ook mee te maken. ‘Zolang de relatie met de VS niet volledig is geregeld, zal er angst blijven bestaan bij veel ondernemingen,’ aldus García. Hij doelt op de boetes die banken als BNP Paribas (8,8 miljard dollar) en in 2014 nog Crédit Agricole (787,3 miljoen dollar) werden opgelegd vanwege overtreding van het Amerikaanse embargo, ‘Ook al kunnen we de snelheid en het ritme van het proces dat zich hier afspeelt niet meten en kennen we ook het uiteindelijke economische model niet, er is sprake van een markt die morgen een heel grote zal blijken te zijn in de regio,’ voorspelt García.

Bronnen
* Diario de Cuba en AFP

Plaats een reactie