Hoe het enthousiasme over de 17e december dooft

Voor veel Cubanen is 17D (17 december) niet langer de historische datum waarop vorig jaar de Amerikaanse en Cubaanse presidenten aankondigden de diplomatieke relaties te herstellen, maar gewoon weer de 17e december waarop de Cubanen de feestdag van de Heilige Lazarus vieren en een deel van hen op de knieën naar de kerk in Havana kruipt, die zijn naam draagt. En Reinaldo Escobar van de kritische internetkrant 14ymedio constateert dat het optimisme over de gevolgen van de toenadering van een jaar geleden is verdwenen. Volgens Escobar zijn het vooral de illusies die buiten Cuba wakker werden geroepen en die hebben geleid tot tientallen bezoeken van ondernemers, politici, artiesten en vertegenwoordigers van ngo’s naar het eiland. Maar dat is niet het Cuba van nu, dat is het veranderde Cuba dat men zich zou wensen, aldus Escobar. Zijn column volgt hier.

obama-raul-twee-televisiescherm17122014

17 december 2014: Obama en Castro kondigen herstel van de betrekkingen aan

Het aantal aanzoeken uit de kapitalistische wereld verdubbelde en presidenten, ministers, muscisi, cineasten, honkbalspelers en ondernemers reisden af en aan, doorkruisten in sneltreinvaart het land, de zakken vol met dollars. Hier is gebeurd zoals dat in die verhalen waarin alleen al door de aankondiging van de bouw van een spoorlijn de grondprijs aan weerskanten van de lijn stijgt. Maar wanneer de trein zal rijden, blijft onbekend.

Methoden VS
De Amerikanen zijn duidelijk en zijn niet veranderd; hun doelstellingen zijn dezelfde gebleven, maar hun methoden veranderd. De Cubaanse regering laat blijken geen millimeter te willen wijken in enkele kwesties die zij omschrijven als ‘de onwankelbare principes van de Revolutie.’ Het voordeel van Raúl Castro boven Barack Obama is dat de eerste niet wordt gehinderd door een parlement dat elke stap van de president controleert of een partij met een jaloers electoraat die elke concessie vertaalt in stemmenwinst. Maar dat maakt dat er niet bewogen wordt in de onderhandelingen. De Noord-Amerikaanse onderhandelaars slagen er onvoldoende in om de Cubaanse partners duidelijk te maken dat Obama niet de dictator van de VS is, maar slechts de president. Als er geen signalen uit Havana komen in de gewenste richting, geven zij het Congres een argument om zich te verzetten tegen de toenaderingspolitiek. Welke signalen willen de Amerikanen zien? In de eerste plaats de ruimte om te investeren en de garantie dat ze winsten behalen op deze investeringen. In de tweede plaats het respect voor de mensenrechten. Over het verband tussen beide wensen kan men een boek vullen, maar men zou het kunnen samenvatten in de gedachte dat een omgeving met economische en politieke vrijheid de meest geëigende omgeving is voor een markteconomie.

Obsessieve macht
De weerstanden tegen een koersverandering in deze richting blijven verborgen of worden gemaskeerd achter uitspraken over de politieke wil om zekere marges van sociale rechtvaardigheid te handhaven, bijvoorbeeld op het gebied van de veel besproken verworvenheden in de gezondheidzorg en het onderwijs voor allen. Daarachter gaat een groep van machthebbers schuil,  geobsedeerd door de macht die ze niet willen verliezen. Venezuela heeft het aangetoond; autoritaire regimes kunnen niet vertrouwen op democratie, zelfs niet een klein beetje of zoals ze in Argentinië zeggen ni tantico asi, zoals een Argentijn eens zei.*

che-guevra-ni-tantito-asi

Je kunt het imperialisme niet vertrouwen, zelfs niet een klein beetje.’

Onderdrukkingsapparaat
In Cuba is er een repressief apparaat, dat bestaat uit tienduizenden personen en dat bedoeld is om te voorkomen dat de leden van de oppositie zich uitspreken of bijeenkomen. Als het land democratiseert, zullen zij niet alleen hun werk en hun privileges verliezen, maar zich ook beschouwen als vermeende slachtoffers van wraakoefeningen. Daarom zullen deze staatsambtenaren zich tot het uiterste inspannen en in iedere zaak streven naar overtuigende verslagen, waarin elke lid van de oppositie verschijnt als een verrader van het vaderland en een gevaarlijke agent van imperialistische krachten. Deze goed opgeleide e n bewapende troepen zijn opgevoed met het principe dat de enige order die menniet mag gehoorzamen die  van een staakt-het-vuren is. Als Raúl Castro niet langer de politieke discrepantie om het  land te democratiseren onbestraft zou laten, zou hij zijn meest loyale en onderworpen dienstknechten veranderen in zijn potentiele vijanden. En hij weet dat.

Een plafond
Nu een jaar later na de hoopgevende 17e december, zou je kunnen zeggen dat elke betrokken partij het plafond van zijn mogelijkheden heeft bereikt. De opheffing van het embargo, het staken van de radio- en televisie-uitzendingen gericht op Cuba, de compensaties voor de geleden schade of Guantánamo lijken voor het Witte Huis even moeilijk als voor de Cubaanse regering de invoering van een meerpartijenstelsel, het ratificeren van mensenrechtenverdragen, het toelaten van particuliere ondernemingen en de legitimatie van een onafhankelijke civil society.

De stukken grond gekocht aan beide zijden van de spoorweg, beginnen nu al aan waarde te verliezen omdat deze trein zich voorlopig nog niet over de spoorrail zal voortbewegen.

Bron
* Reinaldo Escobar, 14ymedio, 17 december 2015

Noot
* Escobar verwijst naar een beroemde speech van Ernesto Che Guevara waarin hij zei : ‘No se puede confiar en el Imperialismo pero, ni tantico asi’ oftewel ‘ Men kan het imperialisme niet vertrouwen, zelfs niet een klein beetje’. Deze uitspraak wordt in Cuba nog vaak gebruikt.  Zie Youtube, 1 minuut 46 seconden

Plaats een reactie