De secretaris-generaal van de Cubaanse staatsvakcentrale CTC meent dat de lage lonen in Cuba leiden tot een vlucht van arbeiders naar de niet-statelijke sector. Ulises Guilarte gaf toe dat het gemiddelde salaris onvoldoende is vergeleken met de hoge prijzen voor voeding- en dagelijks gebruiksartikelen. Ulises Guilarte sprak tijdens een provinciale bijeenkomst van de Central de Trabajadores de Cuba (CTC) in Santiago. In januari 2019 vindt het CTC-congres plaats. Hij benadrukte dat de lage salarissen bij staatsbedrijven de belangrijkste zorg van de werknemers van het eiland zijn en pleitte voor een salarishervorming in plaats van ‘de lapmiddelen’ die tot nu toe worden toegepast, aldus de Cubaanse staatsmedia. (Zie website Cubadebate)

Ulises Guilarte
Het gemiddelde salaris voor een baan bij de overheid, de sector waar de meerderheid van de actieve bevolking in de planeconomie van het eiland werkzaam is, is nauwelijks 30 dollar per maand. Dat loon is volstrekt ontoereikend vergeleken met de hoge prijzen van levensmiddelen op markten. De prijzen in de detailhandel worden, volgens de vakbondsleider ook door de staat gecontroleerd. Voor Guilarte ligt de oplossing van het probleem in ‘de goedkeuring van een algemene hervorming van de salarissen’. Hij wil ook een einde maken aan het beleid van ‘lapmiddelen’ die de problematiek enkel complexer maken en tot problemen leiden in weer andere sectoren van de economie. Ulises Guilarte vroeg de werknemers om ‘nog wat langer weerstand te bieden om dit probleem op te lossen’. (…) ‘We lossen dit probleem niet op door meer papiergeld te geven aan de arbeiders. Als we dit onmiddellijk zouden doen, raken de goederen en diensten op de markt op en stijgen de prijzen weer. Met andere woorden, je hebt dan wel meer geld in handen maar de koopkracht blijft hetzelfde,’ aldus Guilarte.
Pakket primaire levensbehoeften
De door Guilarte voorgestelde loonhervorming wordt volgens hem bepaald door drie variabelen: de monetaire eenmaking van de twee bestaande valuta in Cuba, waarborgen voor een ‘basispakket van primaire levensbehoeften’ door subsidies ‘op mensen en niet op producten’ en ‘de vaststelling van een minimumloon in het land’ op basis van een ‘minimum pakket van primaire levensbehoeften.’ Hij wees er ook op dat ontoereikende lonen een negatieve invloed hebben op de samenleving, aangezien de meest gekwalificeerde werknemers ‘naar de opkomende en niet-statelijke sectoren’ (vooral het toerisme) vertrekken, terwijl anderen te lijden hebben onder ‘demotivatie’ en ‘werkapathie.’ Om deze reden vroeg hij de werknemers om ‘zich nog iets langer in te zetten om dit probleem uit de wereld te helpen’. Hij verwees ook naar de 1,7 miljoen gepensioneerden in Cuba met een gemiddeld pensioen van 280 peso’s per maand (11,2 dollar), ‘een bedrag dat met de achtergrond van de productprijzen op markten en winkels geen oplossing biedt’.

De provinciale conferentie van de CTC in Santiago de Cuba. Bijeenkomsten in andere provincies volgen. In januari 2019 vindt dan het 21ste congres van deze staatsorganisatie plaats.
Libreta
Afgelopen augustus erkende de Cubaanse president Miguel Díaz-Canel zelf dat ‘ontoereikende lonen’ een van de belangrijkste oorzaken van ‘de ontevredenheid van werknemers’ is. Het probleem voor Cubaanse werknemers om te overleven met een klein salaris van de staat ondanks de steeds stijgende prijzen van de primaire levensbehoeften – waarvan de meesten worden geïmporteerd – is een terugkerend thema tijdens de debatten over de hervorming van de grondwet die in februari 2019 via een referendum aan de Cubanen wordt voorgelegd. Gezondheid en onderwijs zijn algemeen toegankelijk en gratis in het land en via de libreta of bonnenboekje krijgen de Cubaanse burgers wat basisvoedsel van de staat. Deze vorm van rantsoenering voorzag tientallen jaren in de behoeften van de bevolking en zo kregen de Cubanen via de libreta ook ondergoed, schoenen en kinderspeelgoed. Maar het aantal producten verkrijgbaar via de libreta is door de jaren heen sterk verminderd.
Bron
* Het Spaanse persbureau EFE, 22 oktober 2018