Obama wil Cubaanse erfenis veilig stellen

Nog drie maanden heeft Barack Obama om zijn historische Cuba-erfenis veilig te stellen. Het Amerikaanse Congres lijkt niet van zins de finale stap te zetten op de weg naar normalisering van de relaties tussen Cuba en de VS, namelijk de afschaffing van het Amerikaans embargo. Obama vaardigde daarom vrijdag jl. een presidentiële richtlijn uit om de al genomen maatregelen ‘te consolideren’ en te zorgen dat zij ‘niet omkeerbaar’ zijn voor de volgende bewoner van het Witte Huis. De Nederlandse media benadrukten vooral dat Amerikaanse burgers nu onbeperkt Cubaanse rum en sigaren mogen meenemen uit Cuba, maar er is meer en Obama’s richtlijnen gaan veel verder. Daarover schreef Silvia Ayuso vorige week vrijdag in de Spaanse krant El Pais. Haar uitvoerig artikel volgt hier.

bezoek-obama-na-wandeling-in-regen20032016

Michelle en Barack Obama tijdens hun bezoek aan Cuba, 20 maart 2016

De nieuwe presidentiële politieke richtlijn, Directiva Presidencial de Política sobre la Normalización de Relaciones EE UU-Cuba, ‘omvat de volledige betrokkenheid van de regering rond het compromis met het volk en de regering van Cuba en is bedoeld om onze opening naar Cuba onomkeerbaar te maken,’ aldus de boodschap van het Witte Huis. Het zogeheten handboek zoals personen in het Witte Huis het al noemen, geeft een opsomming van alle stappen die zijn gezet sinds op 17 december 2014 het proces van normalisering werd aangekondigd. Ook worden de hoofddoelen van het normalisatieproces geformuleerd zoals een grotere interactie met de regering en het Cubaanse volk, expansie van de handel en het stimuleren van de economische hervormingen op het eiland plus een verheldering van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van elk uitvoerend orgaan binnen de Amerikaanse overheid.

Presidentiële Richtlijn
Hoewel een presidentiële richtlijn een uitvoerend karakter heeft en daarom niet aan het Congres hoeft te worden voorgelegd ter goedkeuring, geeft deze richtlijn een groter gewicht aan presidentiële beslissingen. Een presidentiële richtlijn kan geheim zijn zoals president George W. Bush in januari 2004 deed met de laatst uitgevaardigde richtlijn over Cuba toen hij Transitie naar de democratie in Cuba / Transición a la Democracia en Cuba uitvaardigde. Een richtlijn kan ook beschouwd worden als een marsroute voor komende administraties en institutionaliseert feitelijk de beleidswijzigingen die de regering van Obama sinds december 2014 doorvoerde. De richtlijn van de president komt twee maanden nadat het Congres de benoeming van de eerste ambassadeur in Havana sinds een halve eeuw bekendmaakte. De benoeming van Jeffrey DeLaurentis moet door de Senaat worden geratificeerd. De Republikeinse kandidaat voor het presidentschap Donald Trump zei afgelopen week dat hij ‘de concessies’ van Obama aan Cuba wil terugdraaien terwijl Hillary Clinton de opening richting Cuba juist wil voortzetten. De volgende president kan een nieuwe richtlijn uitbrengen, maar dat is een gecompliceerd en lang proces. Er wordt gerekend op het gezond verstand van de komende president, zoals de adviseur voor de Nationale Veiligheid, Susan Rice, zegt.

bezoek-obama-wandeling-binnenstad

Obama tijdens zijn wandeling door Havana

Want hoewel beloofd in de verkiezingscampagne, is het onwaarschijnlijk dat de nieuwe bewoner van het Witte Huis zulke lucratieve en populaire besluiten als het herstel van de directe commerciële vluchten naar Cuba of de flexibilisering van de commerciële relaties, zal terugdraaien. ‘We weten al een halve eeuw dat de politiek van isolement niet werkt, maar nu moeten Amerikanen en Cubanen ook samen het woord bij de daad voegen,’ aldus James Williams, voorzitter van Engage Cuba, een organisatie die de opheffing van het embargo bevordert. Obama erkent dat er nog steeds ‘zeer reële tegenstellingen bestaan’ tussen Washington en Havana ‘vooral over zaken als democratie en mensenrechten’. Hij is er echter van overtuigd dat ‘de interactie de beste manier is om deze verschillen te overbruggen en voortgang te boeken in naam van onze belangen en waarden.’

embargo20130422_cuba_bloqueoEen nieuwe slag voor het embargo
De Amerikaanse regering kondigde afgelopen vrijdag een nieuw pakket van maatregelen aan dat de interactie met Cuba moet vergemakkelijken ondanks het ‘verouderde’ embargo. De sectoren die daarvan zullen profiteren zijn: het wetenschappelijk onderzoek, vooral de medische sector die in Cuba een voorbeeldfunctie heeft en waar de VS belangstelling voor hebben, en de handel. De nieuwe beleidslijnen gaan vandaag in.

Wetenschappelijke uitwisseling
De nieuwe regelingen voorzien in de mogelijkheid dat ‘van oorsprong Cubaanse medicijnen in de VS kunnen worden geïmporteerd, verkocht en gedistribueerd.’ Amerikaanse staatsburgers die bij deze transacties zijn betrokken kunnen een bankrekening in Cuba openen en onderhouden. Amerikanen krijgen ook toestemming om deel te nemen aan wetenschappelijk medisch onderzoek, ook met commerciële doeleinden, samen met Cubaanse burgers. Cubanen kunnen ook profiteren van beurzen, subsidies en prijzen winnen op het terrein van onderzoek. Dat geldt ook voor godsdienstige activiteiten.

A woman fixes a band on a cigar at the Corona Tobacco factory in Havana

Een impuls voor de handel en de Cubaanse economie
De VS heffen de betalingsbeperkingen die gelden voor Cuba voor de verkoop van pesticiden en landbouwtrekkers (die moesten tot nu toe vooraf en cash worden betaald) op. Amerikanen kunnen toestemming krijgen voor dienstverlening op het gebied van ‘ontwikkeling, reparatie, onderhoud en verbetering van de Cubaanse infrastructuur’ als die ‘direct ten goede komt aan het Cubaanse volk.’ Het nieuwe beleid maakt ook een einde aan de beperkingen op de invoer door Amerikaanse staatsburgers op Cubaanse producten als de befaamde Cubaanse sigaren en rum. Tot nu mochten Cubaanse producten ter waarde van maximaal 400 dollar worden ingevoerd.

Internationale handel
Niet enkel voor Cuba maar ook voor landen die al langer handel drijven met Cuba, is de opheffing van een andere sanctie van belang die de handel met Cuba al jarenlang frustreert: elk willekeurig schip beladen met vracht dat Cuba aandeed, werd gedurende 180 dagen de toegang tot de VS verboden. Die regel is vanaf heden opgeheven behalve wanneer sprake is van ‘terroristische motieven.’

Bron
* Silvia Ayuso in El Pais, 14 oktober 2016

Bijlagen

* Engelstalige tekst van de presidentiele richtlijn, 14 oktober 2016
* De website van de ambassade van de VS in Havana met de Spaanstalige tekst, 14 oktober 2016
* 54 Years Later, We’re Marking a New Day in America’s relationship with Cuba door ambassadeur Susan Rice, adviseur Nationale Veiligheid

Steun Republikein voor Obama’s aanpak Cuba

‘Ik ben geboren in Havana in november 1953, ongeveer zes jaar voor Fidel Castro een revolutie in Cuba leidde. In juli 1960 vluchtte mijn familie naar de VS op zoek naar vrijheid. Zoals de meeste Cubanen, lieten zij naaste vrienden, zaken, eigendom en herinneringen achter. Wij verloren alles’. Zo begint in de New York Times van gisteren een opiniestuk van Carlos M. Gutierrez, zakenman en voormalig onderminister van Handel onder George W. Bush en bovenal Republikein. Hij roept zijn partijgenoten op de nieuwe politiek tegenover het Cubaans regime van Obama te ‘accepteren’ en zich te ontdoen van de ‘obsessie voor het verleden’.

Een zelfstandige kapper of cuentapropista

Een zelfstandige kapper of cuentapropista

De Cubaanse-Amerikaan zet in de New York Times uiteen hoe hij aanvankelijk na de aankondiging van het ontspanningsbeleid in december 2014, pessimistisch was. Nu ziet hij het anders en is hij zich bewust van de mogelijkheden bij te dragen aan nieuwe mogelijkheden voor het eiland bijvoorbeeld door steun te geven aan de nieuwe groep van particuliere kleine ondernemers of cuentapropistas. Carlos M. Gutierrez signaleert dat het proces langzaam verloopt, maar dat de Republikeinen de mogelijkheden voor de toekomst niet zouden moeten ‘ontkennen’. (…) ‘Cubanen hebben onze hulp nodig en verdienen deze.’ De auteur acht het moment gekomen om naar de toekomst te kijken en adviseert ‘de Republikeinen en de ondernemers hun obsessie met het verleden te laten varen en de nieuwe toenadering te accepteren.’

Duimschroeven
Citaat: ‘Er zullen altijd mensen naar het verleden terugverlangen. Het verleden uit de periode van vóór Castro of het verleden van voor de huidige ontspanningspolitiek. Sommige van mijn Cubaans-Amerikaanse burgers benadrukken dat wanneer we doorgaan met Cuba de duimschroeven op economisch gebied aan te Cuba aan te draaien, dit de Cubanen zal helpen omdat het zal leiden tot democratie. Ik vraag me af of de Cubanen die nu in de hete Cubaanse zon in de rij staan voor de meest noodzakelijke levensbehoeften, ook geloven dat deze benadering hen behulpzaam is zijn.’

Link
* New York Times met de tekst van Carlos M. Gutierrez: A Republican case for Obama’s Cuban policy

Mogelijk post tussen VS en Cuba

Na vijftig jaar komt er mogelijk weer uitwisseling van post tussen Cuba en de Verenigde Staten. De twee landen hebben hierover dinsdag ‘technisch overleg’  gevoerd waar Amerikaanse en Cubaanse vertegenwoordigers in Washington aan deelnamen. Gisteren werd ook bekend dat de gesprekken over het emigratiebeleid van beide landen weer op gang komen.

Postkantoor in Vedado, Havana

Postkantoor in Vedado, Havana

In 1963, na de Cubacrisis, werd de directe postuitwisseling tussen de VS en Cuba stopgezet. Er worden wel Amerikaanse brieven bezorgd in Cuba en vice versa, maar die worden via een ander land verzonden.  De Cubaanse gesprekspartner noemde het overleg na afloop ‘bevredigend’, maar voegde er aan toe dat de voortgang gehinderd wordt door het voortduren van het Amerikaanse embargo tegen Cuba. Sinds zijn aantreden heeft president Obama verschillende keren toenadering gezocht tot Cuba. Zo heeft hij het makkelijker gemaakt voor Cubanen die in de VS wonen om te reizen naar hun thuisland. Het laatste overleg tussen Cuba en de VS over het herstel van het postverkeer vond in september 2009 plaats, maar dat overleg werd doorkruist door de arrestatie in Havana van de Amerikaanse ontwikkelingswerker Alan P. Gross .

De dagelijkse rij wachtenden voor de Amerikaanse vertegenwoordiging in Havana

De dagelijkse rij wachtenden voor de Amerikaanse vertegenwoordiging in Havana

Nieuwe emigratiegesprekken
Het State Department heeft gisteren bevestigd dat Cubaanse en Amerikaanse functionarissen maandag jongstleden in Washington hebben gesproken over de hervatting van de besprekingen over de migratie. De VS hebben gezegd dat dit geen wijziging van het Amerikaans beleid inhoudt. De gesprekken hierover waren door president Bush stopgezet, maar in 2009 door Obama weer hervat. Ook hier leidde de aanhouding van Gross tot het staken van het gesprek.

Link
* De website Cubadebate 

Carlos Fuentes over ‘de perfecte uitvlucht van Fidel Castro’ (2)

Carlos Fuentes een zijn gedicht over het onbekende karakter van de dood


Groeiende onverdraagzaamheid

Maar er was iets something rotten in dit rijk van Denemarken. De groeiende interne onverdraagzaamheid in naam van staatsveiligheid veranderde al snel in groeiende externe afhankelijkheid ten aanzien van de optie die de Koude Oorlog altijd aanbood aan de Derde Wereld: de Sovjetmacht. De rakettencrisis van 1962 stond op het punt de derde en laatste wereldoorlog te ontketenen. Alleen de vastberadenheid en kundigheid van Kennedy die tegelijkertijd zijn eigen militaire establishment en de avontuurlijke Nikita Chroesjtsjov weerstond, redde ons van de ramp. Maar voor Castro was de teerling geworpen. ´Nikita, mariquita, lo que se da no se quita´ (Nikita, mietje, ooit gegeven is gegeven), geroepen tijdens massale betogingen in de straten van Havana, bleef geen kreet. De steun van Castro aan de Sovjetinvasie van Tsjecho-Slowakije zorgde ervoor dat de overeenkomst definitief werd: van een kolonie van Spanje en de Verenigde Staten, werd Cuba een klant, satellietstaat van de Sovjet-Unie op het Amerikaanse continent. Zoals Turkije de voorpost van de VS was, zo zou Cuba de voorpost in het westen van de Sovjet Unie worden.

Sovjettanks tijdens een militaire parade in Havana (1962)

Economische ramp
De intolerantie, de dissidentenvervolging, Patria o Muerte (Vaderland of de Dood), waren misschien toelaatbaar geweest als de revolutionaire retoriek een minimum van economische efficiëntie had toegevoegd. Zo ging het niet. De revolutionaire economie begon als een ramp en eindigde als een ramp. De enorme productieve krachten van Cuba – intellectueel kapitaal, knappe koppen op economisch gebied, onuitputtelijke rijkdommen, vruchtbare grond – werden opgeofferd voor domme en exotische dogma’s. De agrarische hervorming, vanaf het begin geleid door de intelligente en vaderlandslievende Núñez Jiménez, eindigde in een tegenstelling: in naam van een geschifte ‘gelijkheid’ beroofde ze de steden van agrarische producten en de boer, zonder enige stimulans, staakte de productie; de stad en het platteland werden ten gronde gericht. De grootse op de Sovjet-Unie gebaseerde industrialisatieprojecten, vulden Cuba met oude Russische machines die behalve stokoud ook nog eens ongeschikt waren voor de tropen. De industriële diversificatie vond niet plaats. Terwille van het dogma stierf het kleinbedrijf, het restaurant, de familiezaak. De visrijkdom werd niet benut. Oliebronnen bevonden zich daar niet. Nikkel is alleen de naam voor een muntje van vijf cent van de gringo’s. Zoals altijd, bleef alleen de suiker over.

1961 Nikita Khrushchev en president John F. Kennedy

Afhankelijkheid blijft
Na een halve eeuw Revolutionaire triomf, blijft Cuba een afhankelijke natie. Maar omdat men niet meer op de steun van de Sovjets kan rekenen, deed men een beroep op de weg die ook dictator Batista bewandelde: het toerisme en de prostitutie. De tekortkomingen wijt men aan het Noord-Amerikaanse embargo. Maar Cuba kon rekenen op een jaarlijkse subsidie van miljarden dollars van de Sovjet-Unie. En nu zien we hoe met zichtbaar ongenoegen van Noord-Amerikaanse bedrijven en dankzij de twee meest stomme en arrogante wetgevingsbesluiten van de Verenigde Staten tegen Cuba, Europese investeerders zich haasten om de mogelijke economische ruimte in het  post-Castro tijdperk te vullen. De Helms-Burton wet die sancties oplegt aan buitenlandse beleggers in Cuba, haalt geen onteigende goederen terug naar de Verenigde Staten. Het zou een goede wet zijn die Groot-Brittannië had kunnen gebruiken tegen de VS voor de onteigening van Engelse goederen tijdens en na de onafhankelijkheidsoorlog. En het commerciële embargo dat de VS meer schade toebrengt dan Cuba, geeft Castro mogelijk de perfecte dekmantel voor zijn eigen bestuurlijke inefficiëntie. Castro heeft nooit een tekort gehad aan goede adviezen. Het is voldoende te wijzen op de aanbevelingen van Carlos Solchaga tijdens de regeringsperiode van Felipe González in Spanje: een voortreffelijk plan van evenwicht tussen socialistische principes en efficiënte handelwijzen, een plan met meer evenwicht dan autoritair kapitalisme met een Chinese stijl.

Een billboard tegenover de Amerikaanse vertegenwoordiging in Havana met de toenmalige Amerikaanse president G.W. Bush, de rechts-extremist Posada en Adolf Hitler

Amerikaanse bullebak
Men zou daarom kunnen vermoeden dat Fidel Castro zijn Noord-Amerikaanse vijand als dekmantel nodig heeft om zijn eigen mislukkingen te verdoezelen en om de steun van het volk te behouden tegen het Noord-Amerikaanse imperialisme en misschien ook, om zijn eigen vertrek van deze wereld voor te bereiden midden in een Numancia in vlammen waarin samen met hem -‘Patria o Muerte’- miljoenen Cubanen sterven. Het feit is dat elke keer dat een Noord-Amerikaanse president – Carter, Clinton – een verkennende vredesduif naar Cuba stuurt, Fidel ervoor zorgt dat hij de duif schietend neerhaalt. Fidel heeft daarom waarschijnlijk zijn Amerikaanse bullebak nodig. En in George W. Bush vindt hij die perfecte bullebak, alsof Hollywood hem gestuurd zou hebben. George W. Bush, de evangelische boodschapper van het Goede met hoofdletter G, heeft slechteriken nodig voor zijn grote dramatische theatervoorstelling Axis of Evil / De As van het Kwaad, die, eenmaal begonnen in Irak, niet zal wachten om zich uit te breiden naar Syrië, Libanon, Noord-Korea en op het Amerikaanse continent, naar Cuba.

De Peruaanse schrijver Vargas Llosa (links) en zijn vrouw, Carlos Fuentes, Juan Carlos Onetti, Emir Rodriguez Monegal en Pablo Neruda (rechts) in 1966

Vervalste handtekeningen
Castro, op zijn beurt, kiest het meest kritieke moment aan het einde van de Koude Oorlog om 75 dissidenten vast te zetten en te veroordelen tot in totaal 1.500 jaar gevangenschap. Het gaat verder: hij executeert in totaal drie vluchtelingen die een schip gekaapt hadden om Cuba uit te vluchten. José Saramango, vanouds solidair met de Cubaanse Revolutie, zegt in een eerlijke en vurige verklaring: ‘Tot hier ben ik gekomen, maar niet verder’. Ik leg de grens zelf bij dat moment in 1966 dat de bureaucratie van de Cubaanse literatuur, gemanipuleerd door Roberto Fernández Retamar om zijn bureaucratische promotie te versnellen en ervoor te zorgen dat zijn rechtse verleden vergeten werd, Pablo Neruda en mij veroordeelde voor het bijwonen van een congres van de internationale PEN-Club, toentertijd geleid door Arthur Miller. Dankzij Miller kwamen er voor het eerst schrijvers uit de Sovjet-Unie en Centraal-Europa naar de Verenigde Staten om een dialoog te voeren met hun Westerse partners. Neruda en ik verklaarden dat dit bewees dat op literair gebied de Koude Oorlog te overwinnen was. Maar Retamar kwam met door hemzelf opgestelde verklaring, ondertekend door Cubaanse schrijvers, waarin hij ons beschuldigde te bezwijken voor de vijand. Het probleem, zo vertelde hij ons, was niet de Koude Oorlog maar de klassenstrijd en  wij waren bezweken voor de verleidingen van de klassieke vijand.

Vervalste handtekeningen
Het waren niet deze belachelijke redenen die bij Neruda en mij tot verontwaardiging leidden maar het feit dat Zjdanov Retamar* de namen van vrienden van ons op de lijst had gezet, zoals Alejo Carpentier en José Lezama Lima, die niet eens geraadpleegd waren. Daarnaast werden er namen toegevoegd van anderen die blijkbaar Latijns-Amerikaanse schrijvers wilden voorschrijven waar naar toe te gaan, waar niet naar toe te gaan, wat te zeggen en wat te schrijven. Neruda schaterde om sergeant’ Retamar die ik heb opgenomen in mijn roman Cristóbal Nonato als  El Sargento del Tamal .

Positie Fuentes
Ik behield de positie die ik tot vandaag de dag in stand houd: tegen de onterende en imperialistische politiek van de Verenigde Staten tegen Cuba. En tegen de onterende en totalitaire politiek van de Cubaanse regering tegen zijn eigen burgers.
Ik ben Mexicaan en ik accepteer ook voor mijn land het diktat van Washington niet. Maar ik wil ook niet het Cubaanse voorbeeld overnemen met zijn verstikkende dictatuur zonder pers, opinies, afwijkende meningen of vrije verenigingen. Ik complimenteer Saramango met het stellen van zijn grens. Dit is de mijne: tegen Bush en tegen Castro.

Noot
* Deze tekst schreef Carlos Fuentes voor het tijdschrift Encuentro de la Cultura Cubana en verscheen op 16 april 2003 ook in de Mexicaanse krant Reforma.

NB

Eduardo Galeano (links), schrijver en journalist uit Uruguay met de Cubaanse “Zjdanov’ Roberto Fernández Retamar (1930) in januari 2012 in Havana

De Zjdanovdoctrine of Zjdanovisme was een culturele doctrine opgelegd door de Sovjetautoriteiten. De doctrine werd ontwikkeld door Andrej Zjdanov in 1946. De Zjdanovdoctrine hield in dat de wereld was verdeeld in twee kampen: een imperialistisch deel geleid door de Verenigde Staten van Amerika en een democratisch deel geleid door de Sovjet-Unie. Elk land moest een kant kiezen, neutraliteit in de doctrine was onmogelijk. De Zjdanovdoctrine veranderde snel in een cultureel beleid. Dat hield in dat artiesten, kunstenaars, muzikanten, schrijvers en denkers naar het denkbeeld van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie moesten werken. Dit beleid werd enigszins versoepeld na de aanstelling van Nikita Chroesjtsjov. De resolutie uit 1946 was gericht tegen twee literaire bladen; Zvezda en Leningrad. Deze zouden apolitiek, individualistisch en bourgeois zijn. Carlos Fuentes spreekt in bovenstaand artikel over Zjdanov Retamar, de Cubaanse cultuurpaus die alle zuiveringen in de Cubaanse kunstenaarswereld overleefde en ook nu nog een vooraanstaande rol speelt. In werkelijkheid heet hij Roberto Fernández Retamar.