Juan Juan Almeida kwam in 2010 als balling in Miami aan. Hij is de zoon van de vorig jaar overleden Comandante historico Juan Almeida Bosque, voormalig vicepresident van Cuba. Juan Juan groeide op in het gezin van Raúl Castro; hij maakte lange tijd deel uit van de Cubaanse nomenklatura tot hij zich openlijk verzette. In een interview met het Spaanse magazine Época gaat Juan Juan o.a. in op de verschillen tussen Fidel en Raúl en geeft hij zijn oordeel over de ingezette hervormingen. Als kleine jongen zat Juan Juan vaak op de knieën van Raúl Castro en hij herinnert zich hoe trots deze was op zijn glimmend uniform. Dat veranderde allemaal toen Juan Juan besloot zijn stem te verheffen tegen de repressie waar hij getuige van was en hij een persoon werd die vooral bestreden moest worden. Na drie jaar strijd en verschillende momenten van gevangenisstraf, kreeg Almeida toestemming om Cuba te verlaten, ondermeer vanwege een ernstige ziekte.

Juan Juan Almeida als kind met zijn 'oom Raúl'
‘Fidel denkt enkel aan de macht en aan het vestigen van zijn naam in de wereldgeschiedenis,’ zegt de dissident in de familie Castro, die niet de hoop verliest dat zijn eiland ooit vrij zal worden.
Hoe was uw relatie met de familie destijds toen u opgroeide in het gezin van Raúl Castro?
‘Ja, ik ken hen goed, woonde jarenlang bij hen in huis en was deel van het gezin. Mijn ouders hadden vier kinderen: drie meisjes en een jongen, net als het huwelijk van Vilma Espín en Raúl Castro. Alejandro Castro Espín was mijn eerste beste vriend. Toen mijn ouders gingen scheiden, was ik 5 jaar en men besloot dat ik bij mijn vriendje Alejandro zou gaan wonen. Zijn ouders werden mijn tante Vilma en oom Raúl. Ik stelde velen teleur toen ik mijn militaire carrière afbrak en dingen zei die men volgens hen nog niet eens zou mogen denken. Breken met een toekomst die al was uitgestippeld, leverde me duizenden problemen op.’
Denkt u dat Raúl zijn zoon Alejandro voorbereidt op een belangrijke taak als opvolger waardoor de dictatuur van de Castro’s zal voortbestaan?
‘Alejandro Castro Espín (foto rechts) kan rekenen op troon en scepter. Hij is voorbereid een belangrijke rol te spelen en op dit moment begeleidt hij zijn vader Raúl. Hij coördineert in opdracht van zijn vader alle activiteiten van ministeries of functionarissen van de staat. Hij heeft een speciale charme waarmee hij je als kind al bedroog, maar op een verleidelijke bescheiden manier. Raúl is de machtigste man in het land en gezien zijn opvliegend en gepassioneerd gedrag, is hij ook de meest gevreesde. Zijn favoriete straffen, die ik ook zelf onderging, zijn het stuk hout en het systematisch negeren. Beide vormen van terreur zijn heel doelmatig om je te isoleren, te kleineren en je alle ruimte af te nemen om van repliek te dienen.’
Zijn er verschillen in karakter tussen de beide Castro’s?
‘Zoals alle broers zijn er verschillen en zij zijn geen uitzondering, hoewel ze zelf graag denken een uitzondering te zijn. Fidel Castro is een psychopaat, hij denkt God te zijn en Raúl is slechts een slechte karikatuur van zijn broer. Fidel heeft een superieure houding tegenover zijn broer en Raúl accepteert die onderdanigheid. Fidel moet gehoord worden, toegejuicht, gerespecteerd en gevreesd. Voor Raúl is het gezin een belangrijk instituut, dat hij meer met de ijzeren vuist dan met liefde bestiert en waar het alledaagse ‘ik hou van je’ enkel betekent dat je ‘een gehoorzaam kind bent en dan zal ik lof toezwaaien.’ Toen mijn land de militaire eretekenen van het Warschaupact overnam, werd de toenmalige Comandante Raúl tot de rang van maarschalk verheven. Deze vergulde sterren maakten zijn droom waar. Hij is de man die een bewonderaar is van de sfeer van Sovjetmaarschalken. Ik heb vaak gezien hoe hij glom van trots vanwege dat schitterende nieuwe uniform. En als je iets gedaan wilde hebben, hoefde je hem slechts verlegen te vragen: ‘Oom Raúl, bent u maarschalk?’ Hij schaterde het uit, maakte een boze grimas, zette je op zijn knie en vervulde je wens. Maar steeds was er de alomtegenwoordigheid van zijn broer; Fidel Castro denkt slechts aan de macht en heeft slechts één bedoeling, namelijk een naam verwerven in de geschiedenis. Niemand kan hem treffen behalve de natuur, orkanen, bliksemflitsen of tsunami’s. Raúl kent de wereldlijke geneugten en lacht vaak, zeker als hij zelf een grap maakt. Het is een man die de prijs en de waarde van het geld kent; hij is pragmatisch, georganiseerd en omkoopbaar.’

Aankomst van Juan Juan in Miami in augustus 2010; zijn vrouw en dochter waren daar al
Raúl zei dat Cuba moet veranderen of ten onder zal gaan. Denkt u dat hij een opener mentaliteit heeft dan Fidel en dat hij het socialistisch systeem van Cuba wil veranderen?
‘Ik herinner me een geniale uitspraak van Giuseppe Tomasi di Lampedusa in zijn boek El Gatopardo: ‘Verander alles opdat niets verandert.’ Dat is de beste manier om de illusie en het denken te koloniseren. Fidel is een manipulator, Raúl Castro, zijn uitvoerder, is degene die jaren achtereen aan de knoppen van de macht zat. De tijd heeft het laatste woord. Op dit moment geloof ik, dat Raúl tijd koopt en ondertussen een Cubaans systeem opbouwt (niet Russisch, niet Chinees, niet Vietnamees) waar enkele vrijheden hun plek krijgen tot het definitieve moment van een verandering door de Cubanen zelf, met veel steun van vrienden en anderen die nog geen vriend zijn.’
Zal die verandering van Raúl komen als Fidel overlijdt of zal hij de confrontatie met zijn broer aangaan?
‘De veranderingen in Cuba begonnen al enige tijd terug, je ziet ze op de straten, leest erover in de kranten en op internet. Misschien zijn ze niet zo omvangrijk als we zouden willen en hoopten; maar we moeten niet in zo’n begrafenisstemming blijven hangen. Als Fidel overlijdt, zullen er veranderingen zijn; als hij niet overlijdt, zullen er ook veranderingen zijn. Dat zal ook met Raúl gebeuren; de wereld draait door en wij zijn aan het aftellen.’
Bij het laatste congres van de PCC in april van dit jaar, trok Raúl alle macht naar zich toe en benoemde als tweede partijsecretaris Machado Ventura. Ook de minister van Economische Zaken, Marino Murillo, profileert zich als een van de sterke mannen van het regime. Wat kunt u me over hen vertellen? Komt er een Castro-dynastie? Hoe komt er een einde aan de dictatuur?

President Raúl Castro en vice-president José Ramon Machado Ventura op 1 mei 2010
‘Het sprookje over de arend en de slang, schetst de persoonlijkheid van Machado Ventura, die geen arend is, maar een slang. Minister Marino Alberto Murillo is militair en econoom. Hij kwam in 2009 in de schijnwerpers te staan, toen Raúl hem benoemde tot minister van Planning en Economie. In een recente toespraak legde hij er de nadruk op dat het Cubaans economisch stelsel niet zonder een proces van adequate loondienstsystematieken kan. Perestrojka zonder glasnost. Ik vind het niet erg serieus. De echte macht in mijn land ligt niet in handen van de sluwe Machado Ventura, noch in die van Marino Murillo; ze ligt in de handen van de familie Castro. Om een einde te maken aan de dictatuur, moeten we onze manier van werken veranderen, de Cubanen leren dat individualisme geen slecht woord is en het woord Wij veranderen in Ik, zonder in extremen te vervallen. Wij moeten er naar streven dat de burgers hun rechten kennen en zich kunnen verdedigen.’
Hoe worden de hervormingen van Raúl zichtbaar?
‘De hervormingen van Raúl hebben geleid tot een versterking van raciale discriminatie**; de nieuwe leider met de witte guayabera is openlijk racist. De jeugd volgt, maar mist elke richting, de ontevredenheid groeit en men kijkt meer dan ooit naar de oceaan als oplossing. Mijn land vervalt van slecht in slechter; de corruptie groeit en concentreert zich bij Raúl en zijn trouwe volgelingen. Als men dat hervormingen noemt, dan zijn die een feit geworden.’
Bron
* La Gaceta, 21 augustus 2011
** Vorige maand riep de voorzitter van het Cubaanse parlement, Ricardo Alarcón, op ‘het racisme volledig uit te roeien.’ Hij zei dat dit thema een belangrijke rol zal spelen op de conferentie die de Cubaanse Communistische Partij voor januari 2012 heeft voorzien. Alarcón zei verder dat dit betekende: harder werken aan een eerlijker vertegenwoordiging van (jonge) zwarten en vrouwen in kaderfuncties. Cuba telt 11,2 miljoen inwoners waarvan ongeveer 35% wordt omschreven als zwart of mezties. De discussie over het racisme in de Cubaanse samenleving is de afgelopen maanden versterkt ondanks eerdere uitspraken dat met de revolutie van 1959 ook het racisme verdwenen zou zijn. De zwarte academicus en vooraanstaand parijlid Esteban Morales benadrukt dat de voorgenomen ontslagen van een miljoen arbeiders in de staatsbedrijven vooral zwarten en mulatten zal treffen.